Fanatiek turner Jermain Grünberg

Jermain Grünberg heeft het als jonge turner erg druk. Hij is 17 jaar en traint maar liefst zes dagen in de week. Hij doet er alles aan om de top te bereiken. Trainen doet Jermain in Den Bosch, dinsdag en donderdag vijf uur en maandag, woensdag, vrijdag en zaterdag drie uur per dag. Als turner beoefent hij alle zes de toestellen, dat zijn: vloer, voltige, ringen, sprong, brug en rek.

Hij maakte kennis met de sport doordat hij vaak mee naar de gym ging met zijn moeder en oma, dat zette hem aan om te gaan turnen.

 

Zoveel trainen is belangrijk om te doen, “Je traint vaak een jaar voor één einddoel, en daar zitten maar een paar wedstrijden aan vooraf.” Een voorbeeld van zo’n einddoel is het EK, Jermain kwam zelf al uit op het EK voor jeugd in 2016. Dit EK vindt hij zelf het mooiste dat hij heeft gespeeld als turner, “het EK was in Bern en dat is natuurlijk een geweldige ervaring”. Voor een groot toernooi train je dus een heel jaar, hier wil je dus presteren zodat het trainen ook zijn vruchten afwerpt.

 

Als voorbereiding voor een toernooi of wedstrijd hoeft hij niet extra te trainen, wel anders. “Ik train zelfs minder. Als voorbereiding doe ik dan minder krachttrainingen, maar de focus gaat volledig op de oefeningen en onderdelen die ik moet doen.” Zo ook voor de interlands tegen België en Zweden. “In deze wedstrijd haalde ik een persoonlijk record met 75 punten.” Buiten deze prestatie heeft Jermain nog een aantal knappe prestaties gehaald, hij is voornamelijk trots op zijn bronzen medaille op de rekstok in Berlijn, zijn kampioenschappen op NK-allround en NK op toestellen.

 

Als turnliefhebber volgt hij de sport ook veel. Verder volgt hij nog voetbal en trapt hij zelf graag een balletje, hij gaat graag Willem II kijken. Zelf is hij fan van Epke Zonderland. Ook van Yuri van Gelder, maar Epke Zonderland is zijn grote voorbeeld. Zijn verwachting is dat hij het EK van dit jaar gaat halen. “Om zo ver te komen moet je goed naar je trainer luisteren en je volledig op je sport focussen.” Als voorbereiding op zulke grote toernooien moet hij vooral op zijn eten letten, daarbuiten heeft hij geen rituelen of gewoontes.

 

Natuurlijk vindt Jermain erg veel leuk aan het turnen, vooral nieuwe elementen doen vindt hij erg leuk. Wat hij niet leuk vindt is blessures oplopen, “Dat is gewoon erg vervelend.” Zijn sterke punten als turner zijn vooral de rekstok en de brug, hierop kan hij erg goed uit de voeten. Over 5 jaar hoopt hij onderdeel uit te maken van het Nederlandse team, hij zit al in het team voor onder-18 dus wat dat betreft ligt hij goed op schema. Jermain zijn ultieme doel is de Olympische Spelen halen en het liefste ook nog een medaille meenemen, “Dat zou geweldig zijn.” Maar het gaat ook om plezier. Zelf zegt hij: “Blijf plezier in je sport houden, zonder plezier heb je er niets aan.”

Omroep Tilburg