Niet alleen speelt Jan-Willem tijdens het college stukken van Bach, hij vertelt ook wat de reden is dat hij ze zo bijzonder vindt. Bach schreef bijvoorbeeld al 200 jaar voordat andere componisten dat gingen doen 12-toons muziek. En hoewel de aria uit de Matthäus Passion voor fluit en twee hobo’s is geschreven vindt Jan-Willem die verrassend mooi op piano klinken.
Elke dag een beetje Bach
Het idee voor het Online Bach College kreeg de pianist nadat hij kort na de uitbraak van corona ‘Elke dag een beetje Bach’ naar voren bracht. Dat zijn korte video’s waar hij in laat zien hoe Bach hem heeft bezield. De onverwachte spelingen die hij in het werk van de meester ontdekt, een nieuwe invalshoek. Zo ontstond het Online Bach College #1, waar hij in 50 minuten dieper op het werk van de componist in ging.
Wat voor hem bijzonder is aan Bach, blijkt niet zo één, twee, drie uit te leggen. “Het korte antwoord is dat hij voor mij de allergrootste componist is. Het lange antwoord is dat hij muziek maakt die nooit verveelt. Als je veel naar andere componisten luistert, klassiek of pop, wil je op een gegeven moment weer nieuwe dingen ontdekken. Maar Bach blijft je verwonderen en zo uitdagen om nog een keer te luisteren, en nog een keer, en nog een keer. Zijn muziek is heel gelaagd. Ik kan naar stukken luisteren die ik al meer dan tien keer heb gehoord en dan nog vallen me nieuwe dingen op.”
Als je veel naar andere componisten luistert, wil je op een gegeven moment weer nieuwe dingen ontdekken. Maar Bach blijft je verwonderen.
Klassiek en pop
Jan-Willem kennen we als vaste pianist van Guus Meeuwis. Ze leerden elkaar als student kennen en maken 25 jaar later nog steeds samen muziek. Daarnaast is Jan-Willem altijd klassieke muziek blijven spelen. “De muziek van Bach en Guus gaan heel goed samen. Ik heb samen met Guus het nummer Brabant geschreven in een tijd dat ik ook de Goldberg Variaties van Bach aan het instuderen was. Pas later realiseerde ik me dat Brabant op een aria van die Goldberg Variaties is gestoeld. Ik kan beide nummers door elkaar spelen zonder dat je een groot verschil hoort.”