Ze liggen nog languit in bed, maar niet zonder een niet nader te noemen alcoholische versnapering. Samen delen Olle, Gustav, Magnus en Philip één van de duurste accommodaties van de camping: de Festihut. “Het is het zo waard. De laatste keer Roadburn in 2019 vroren we bijna dood”, vertelt Gustav lachend.
Woensdag vlogen ze vanuit Gothenburg, Zweden naar Nederland voor ‘het mooiste festival van Europa’, zo zeggen ze zelf. Het is voor menig festivalganger het eerste festival van het jaar, zo ook voor deze vier vrienden. “We hebben Roadburn echt gemist. Het is een uniek festival met bands die je nergens anders ziet. Ook voor kleinere, onbekendere bands is het een unieke kans om te laten zien wie ze zijn op vrij grote podia”, legt Olle uit. Ze kijken vandaag vooral uit naar de show van Alcest, een Franse post-black metal band.
“Al het muziek hier is in een bepaalde zin zwaar, maar niet alleen qua instrumenten en zang.”
Het thema van Roadburn dit jaar is ‘Redifining Heavy‘ of, in het plat Nederlands: het herdefiniëren van zwaarte. Olle: “Al het muziek hier is in een bepaalde zin zwaar, maar niet alleen qua instrumenten en zang. Er is ook ruimte voor een singer-songwriter met een ‘zware’ boodschap.”
Naast de Tipi’s en Festihuts, kunnen festivalgangers ook zelf de haringen in de grond steken of met een camper het veld oprijden. Chloé en Lorent uit het noorden van Frankrijk worden op z’n Bourgondisch wakker met Franse kaas en fruit. Chloé is voor het eerst op het festival en ‘Roadburn-veteraan’ Lorent komt hier al voor de derde keer.
Ze hebben een rit van 10 uur achter de rug. “Ik kon niet wachten om hier weer te zijn na twee jaar. Ik miste de muziek, de atmosfeer en oude vrienden”, deelt Lorent. Hun doel is om aan het einde van het festivals 42 acts te hebben gezien. Ze zijn goed op weg. “We hebben gister negen verschillende bands gezien en vandaag gaan we op Primitiv Man na, bij elk podium een band zien.”
“Er hangt een hele fijne sfeer in de stad.”
De eerste keer Roadburn betekent voor Chloé ook de eerste keer Tilburg. “Alles is hier zo netjes. Ik kom zelf uit een punkstadje in het noorden van Frankrijk, waar alles vies is en overal rommel ligt. Ik krijg stress van hoe schoon het hier is”, vertelt ze. “Het is zo makkelijk om contact te leggen met nieuwe mensen tijdens dit festival. We hebben een Facebookgroep genaamd ‘roadburners’ waar we contact houden met iedereen. Er hangt een hele fijne sfeer in de stad.”
Sinds maandagochtend is onder andere Stadscamping013 druk in de weer met het gereedmaken van het park als campingplaats. Dertig tipi’s, veertig kleine tentjes, dertig festihuts en vijfentwintig safaritenten. “Er komen nog steeds mensen aan met tenten en campers. We verwachten dat veel mensen nog aankomen waaien voor het weekendprogramma”, vertelt Eric Steur van Stadscamping013. Het festival duurt tot zondagavond. Maandagmiddag is het Spoorpark weer leeg.