In de LocHal komt Marcel graag. Het is er droog, warm en hij kan gebruik maken van het gratis internet. “Ik bid iedere dag dat het leven beter wordt”, vertelt hij. “Een vrouw die ik op straat heb ontmoet, neemt mij soms mee naar de kerk. Ze heeft me gedoopt en bidt ook voor mij.” Marcel haalt onder zijn shirt een ketting vandaan. Er hangt een zilveren kruisje aan. “Deze heb ik van haar vriend gekregen, het was een verjaardagscadeautje. Ik vier eigenlijk nooit mijn verjaardag.”
Marcel is de jongste uit een gezin van tien. Hij heeft vier zussen en drie broers. Zijn vader overleed toen hij acht was, zijn moeder vier jaar later. Thuis was er veel aan de hand, hij herinnert zich hevige familieruzies waarbij politie vaak genoeg aan de deur stond.
Leven in Tilburg
In 2018 kwam hij vanuit thuisstad Paczków naar Tilburg. Hij trok in bij zijn oudere zus, die had al een eigen huis en werkte in de stad. “Ik was vijftien toen ik voor de eerste keer bij haar op bezoek kwam. Ik hou van de stad. De mensen hier hebben een andere mentaliteit dan in Polen. Het is fijn om hier te wonen.” Iets wat Marcel graag doet, is momenten in Tilburg vastleggen. Hij gaat dan op zoek naar de mooiste plekken in de stad.
Tekst loopt door onder de afbeelding
Op zijn zestiende kwam Marcel terug naar Tilburg, dit keer met het idee om er te blijven en te werken. In Polen maakte hij zijn opleiding tot chef af, daarna vertrok hij met de bus naar Nederland. Samen met acht andere Polen, die naar Tilburg kwamen voor werk. De trip duurde zo’n twintig uur. In Tilburg verbleef Marcel bij zijn zus en zocht hij werk bij een uitzendbureau. Niet als kok, maar als orderpicker bij de H&M. “In Polen wilde ik een chef zijn, maar hier liet ik dat los. Het werd iets voor later in mijn leven.”
In één klap dakloos
Marcel werkte na de H&M ook in het distributiecentrum van Sissy-Boy. Dat ging een tijdje goed, totdat zijn baas hem na een jaar aansprak. “Opeens moest ik gaan. Hij vond dat ik mijn werk te langzaam deed en ontsloeg mij.” Zonder werk had Marcel geen geld om bij te dragen aan de huur. Hij kreeg ruzie met zijn zus, waarop zij en haar vriend Marcel het huis uit zetten. Het was huur betalen of wegwezen. Ze was klaar met hem en verbrak al het contact. Soms ziet Marcel haar wel eens op straat. “Ze wil niet eens oogcontact met mij maken.”
Zijn laatste baan inclusief verblijf, verloor hij vijf maanden geleden. Sindsdien leeft hij op straat. In de winter kan hij ’s avonds terecht bij de opvang van Traverse, maar die sluit in maart. Daarom probeert Marcel in de zomer werk te vinden waar hij ook accommodatie bij krijgt. Dat zijn vaak kleine appartementen die hij deelt met andere arbeidsmigranten.
Kleine dingen in het leven
Marcel is nog steeds op zoek naar een baan, hopelijk voor het einde van de winter. Hij is in contact met een uitzendbureau en ziet het positief in. “Er zijn goede mensen die met mij mee hopen en denken.” Dagelijks is hij bezig met stappen maken. Zorgen voor de juiste papieren en online intakegesprekken voor nieuw werk bijvoorbeeld.
Wanneer hij geen oplossingen meer heeft, bidt hij voor de kleine dingen in het leven. Iets om te eten of een goed gesprek met een voorbijganger. “Ik ben hier alleen. Ik ben het aan mezelf verschuldigd om mijn leven weer op te pakken er iets van te maken.” Hij wordt emotioneel als hij eraan denkt. “Als het allemaal lukt straks, kan ik zeggen dat ik het zelf heb gedaan. Maar de eenzaamheid is wel iets waar ik mee worstel.”
LEES OOK:
Wegwerparbeiders deel 1: zonder dak in Tilburg
Wegwerparbeiders deel 2: zweten als een varken
Wegwerparbeiders deel 3: Tilburgers schieten te hulp waar de overheid faalt