Hoogbegaafd? Dan komt alles toch vanzelf goed? Mooi niet. “We denken vaak dat hoogbegaafden zich altijd wel redden, maar dat is een misverstand”, zegt Bakx. “Met de meeste hoogbegaafde volwassenen gaat het goed, maar er zijn ook hoogbegaafde volwassenen die vast lopen omdat ze zich niet begrepen voelen, onvoldoende uitdaging vinden of moeite hebben om aansluiting te krijgen in hun werk.”
Tot nu toe lag de focus vooral op slimme kinderen en hun plek in het onderwijs. Maar wat gebeurt er als die kinderen volwassen worden? Waar lopen ze tegenaan? Die vragen bleven grotendeels onbeantwoord. “We weten verrassend weinig over hoogbegaafde volwassenen”, aldus Bakx. “En dat terwijl we signalen krijgen dat ze op latere leeftijd tegen heel specifieke uitdagingen aanlopen.”
Voorbij de mythes
Hoogbegaafden zijn sociaal onhandig of hebben vaak autisme. Ook zo’n mythe. “Natuurlijk zijn er hoogbegaafden met sociale uitdagingen, maar er is geen direct verband tussen hoogbegaafdheid en autisme”, legt Bakx uit. “Toch wordt dat nog vaak gedacht.”
En dan is er nog het beeld van de succesvolle, probleemloze hoogbegaafde. “Sommige mensen floreren, maar anderen raken juist onderprikkeld, voelen zich eenzaam of vinden hun plek niet in de maatschappij.”
Wat gaat het onderzoek opleveren?
Bakx wil met haar onderzoek niet alleen problemen blootleggen, maar ook laten zien hoe hoogbegaafden juist kunnen uitblinken. Dat doet ze niet alleen, maar samen met hoogbegaafde volwassenen zelf. “We willen niet alleen over hen praten, maar mét hen”, zegt ze. Via netwerken zoals het Mensa Fonds en het National Talent Center of the Netherlands kunnen deelnemers meedenken en hun ervaringen delen.
Het uiteindelijke doel? Meer erkenning en begrip, zodat hoogbegaafden – van jong tot oud – de kansen krijgen die ze nodig hebben. Want, zo stelt Bakx: “Als we beter snappen hoe hoogbegaafden zich ontwikkelen, kunnen we ook beter inspelen op wat zij nodig hebben. Daar profiteert uiteindelijk de hele samenleving van.”
