Toen hij acht jaar was wist Haen al dat hij in het theaterwezen wilde werken. “Ik heb eerst zelf toneel gespeeld, maar dat vond ik niet zo leuk. Via de techniek ben ik uiteindelijk in het decor beland.” Haen noemt zichzelf geen decorbouwer of -ontwerper, maar decorkunstenaar. “Er komt meer bij kijken dan alleen het bouwen, ik ontwerp alles zelf. Maar omdat ik het ook zelf maak dekt de term ontwerper de lading niet. Decorkunstenaar omschrijft het beste wat ik doe.”
Sinds de coronacrisis zie ik mijn werk als sneeuw voor de zon verdwijnen.
Haen is al 25 jaar werkzaam in de decorwereld en heeft een behoorlijk atelier. “Ik heb allerlei dingen gedaan, toneel, muziek, musicals”, vertelt hij, “maar sinds de coronacrisis zie ik mijn werk als sneeuw voor de zon verdwijnen.” De decorkunstenaar vreest voor een faillissement. “Ik probeer wat vooruit te werken, maar zo lang de theaters slechts kleine groepen mensen mogen ontvangen heb ik niet of nauwelijks werk. Theater kan in principe zonder decor en nu ook gezelschappen minder inkomsten hebben ben ik bang dat op het decor snel bezuinigd zal worden.”
Oplossing
Grote moeite heeft Haen met ‘het nieuwe normaal’: “Anderhalve meter afstand houden kan volgens mij geen nieuw normaal zijn. Het lijkt me inhumaan om zoveel afstand te houden. Daarnaast geloof ik niet in theater op anderhalve meter afstand. Metallica komt niet naar Nederland om te spelen voor 100 man. Er moet een oplossing gezocht worden.” Het frustreert de kunstenaar ook om te zien met welk gemak allerlei maatregelen worden genomen: “In mijn werk heb ik altijd rekening te houden met veiligheidsvoorschriften, nu het virus rondwaart worden op allerlei plaatsen plexiglasschermen opgehangen, ik kan me niet voorstellen dat dat brandveilig is.”