Voor de pauze klinkt eerst het ‘wereldlijke deel’. Met muziek uit het Napels van de achttiende eeuw, plus een werk van Sollima zelf. Het ‘geestelijke deel’ na de pauze bestaat uit het beroemdste Stabat Mater aller tijden, dat van godenzoon Pergolesi uit Napels. Toen hij het verdriet van Maria om haar gekruisigde zoon Jezus op muziek zette, voelde hij zijn eigen einde naderen. Zijn Stabat Mater is dus ook zijn eigen laatste werk voor zijn sterven, wat de emotionele muziek extra diepgang geeft. Al met al is het een intense uiting van verdriet, berusting en verlangen naar het paradijs. En in de achttiende eeuw was dit toch ook wel het meest uitgevoerde geestelijke werk. Bach maakte er zelfs een Duitse versie van. Puur uit bewondering.
Giovanni Sollima won vorig jaar nog de Anner Bijlsma Award. Maarten Mostert, artistiek directeur van de Cello Biënnale Amsterdam: “Giovanni Sollima is een vrije geest, kunstenaar in hart en ziel. De man is tamelijk geniaal, een ongelooflijk cellist. Hij componeert, speelt met Yo-Yo Ma, en doet maffe dingen als spelen op een cello van ijs. Maar hij zet ook steden op zijn kop met zijn project 100Cellos, is het grote voorbeeld voor jong talent en is ook nog een zeer innemend mens.”
