“Nog een stukje hoger, nog drie centimeter… ja zo is het goed.” Galeriehouder Bert Arts is druk aan het inrichten als ik binnenkom. Geholpen door Rien ‘laat-die-ladder-maar- ik-kan-er-zo-wel-bij’ Molenaar hangt hij foto’s op van Harrie Gerritz en Richard Long. Dat klinkt in elk geval als een spannend affiche…
Tekst en foto’s Nanne op ’t Ende
Onderweg plaatst twee kunstenaars naast elkaar die in het landschap leven, twee mannen van goed in de zeventig inmiddels, voor wie de ervaring van de open ruimte essentieel is. Gerritz houdt van de horizon. Hij zou nooit naar Oostenrijk gaan, zegt hij ergens in een interview. In zijn fotomontages is het raakvlak tussen hemel en aarde een kaarsrechte lijn die zich voortplant langs de wand. “Het moet echt wel helemaal strak hangen,” zegt Rien, “anders werkt het niet.”
De hemel is bij Gerritz een schouwtoneel van emoties. Een kalme maan, warme tinten van de ondergaande zon, dreigende wolken, een stralende strakblauwe lucht, een bliksemschicht die de nacht in tweeën splijt. Maar Gerritz kijkt niet alleen omhoog, hij heeft ook oog voor wat zich direct voor zijn voeten bevindt. Intrigerende tegels, een sprietje gras in het zand, tekens op de openbare weg. Details die vaak een grotere ruimte verbeelden; soms kantelt het vlak en strekt het zich uit naar de verte waar de blik zich verliest.
Een enkele keer is de aarde vervangen door een wateroppervlak waarin een toren weerspiegelt – de vorm die zo vaak terugkeert in Gerritz abstracte landschappen als verticale verbinding tussen hemel en aarde. Er staan een paar sculpturen van torens in de galerie, gemaakt uit afvalhout, als poëtische rustpunten tussen de foto’s met hun grafische perfectie en hun elementaire symmetrie.
De mens is overal aanwezig in de foto’s van Gerritz. Symbolen, structuren, gecultiveerde gewassen – ik krijg de indruk dat hij zich daarin geborgen voelt, alsof hij de weidsheid van de wereld niet zou kunnen verdragen zonder een ordening, een verhaal dat de mens centraal stelt. Op dit soort gedachten was ik vast niet gekomen zonder de werken van Richard Long die ook in de galerie hangen.
Zijn bijdrage is beperkt: vier prints uit een portfolio, Being in the Moment, waarop geen horizon te zien is. Toch maken ze een groot verschil. Long houdt juist van de bergen, hij houdt van afgelegen gebieden waar hij niemand tegenkomt en waar de enige sporen van beschaving de beelden zijn die hij zelf ter plaatste maakt, als daden van menselijke scheppingsdrang, een ordening die na verloop van tijd weer verdwijnt.
Het contrast kon haast niet groter: het cultuurlandschap van Gerritz waarin de tekens van menselijk ingrijpen vanzelfsprekend zijn, of de berglandschappen van Long waar je je alleen kunt wanen met de indrukwekkende aanwezigheid van de natuur. Toch vinden deze kunstenaars elkaar in de ervaring van het kijken, reflecteren; het lopen door het landschap, er zijn, het vastleggen – en in de geometrische vormen waarmee ze de ruimte markeren.
Zondag 31 maart, om 15 uur opent de expositie, dan hangt alles recht.