Gitzwart gevulde straten, dat was het denderende beeld dat opdoemde uit de Tilburgse straten de afgelopen vier dagen. Vanuit alle hoeken van de wereld stroomden de steegjes rondom Poppodium 013 en de Spoorzone vol met baarden, tattoos, piercings, en embleem-gestikte spijkerjasjes. En dat betekende maar één ding: Roadburn barstte weer los. Voor wie het festival voor het eerst bezocht, zoals ik, hadden de ja-knikkers een belangrijke boodschap.
Tekst: Minouck Jonkers
Met zo’n vierduizend muziekliefhebbers van het ‘heavy’ werk behoort Roadburn tot één van de grootste underground festivals van Europa. De jubileumeditie was binnen no time uitverkocht.
Heavy en hard?
Snoeiharde metal, dat was er zeker. De Deense band Slaegt liet het Patronaat donderdagavond op zijn grondvesten trillen. Mocht de volgende eigenaar van het Patronaat het pand willen afbreken – wat niet aan te raden is gezien het unieke gebouw – dan kunnen deze jongens uit Kopenhagen zeker een handje helpen. Slaegt maakte het ‘stereotype’ metal muziek, dat ik voor ogen had, waar. Snelle en knoertharde gitaren met flink wat gegrunt.
Maar voor wie dacht dat Roadburn alleen maar draait om snoeiharde metal komt bedrogen uit. Een zaal verderop, in de main stage van 013, klinkt de ingetogen tokkelfolk van Hexvessel. De stem van de Britse zanger Mat McNerney heeft wat weg van zijn landgenoot en zanger Passenger, bekend van de hit Let her go. Het stemgeluid van McNerney versmelt mooi samen met de hoge tweede stemmen van zijn langharige gitaristen. Op het scherm, achter de band, worden de natuurrijke gebieden van het kalme Scandinavische landschap getoond. Het beeld in combinatie met de fraaie muziek brengt het hoofd in lichtere sferen, terug naar de elementen aarde, water en natuur. Voor wie geen die hard metalhead is, biedt de neofolk band een aangename afwisseling. Maar de metal liefhebber kan er zijn ei niet kwijt.
Intensiteit
Uit de zware basklanken van Sleep-basgitarist en zanger Al Cisneros slepen trage bewegingen voort, die zo kenmerkend zijn voor het doom metal genre. Het hoofd ja-knikt uitermate langzaam op en neer. Dat is het enige wat van het vlakke lichaam beweegt. Alles klinkt traag, donker en duister. Hoge gitaarriffs tijdens het twee uur durende optreden van Sleep zijn een hoge uitzondering. Sleep maakt het hoofd zwaar en leeg. Het gevoel van wanhoop en ellende heerst.
In de zaal ernaast, de Green Room van 013, voert de zwaarte ook de boventoon in de drums, gitaar en synthesizer. Eenzelfde trage en slepende intensiteit is te traceren in de muziek van Louise Lemon. Dit is geen doom metal, maar death gospel. Haar muziek voelt beklemmend en doordrongen van duistere momenten, maar met haar soulvolle stem klinkt er ook een gospel geluid. Het hypnotiserende Appalacherna – een van mijn favoriete nummers – dreunt langzaam door in mijn borstkas.
Dit vierdaagse festival draaide niet om harde herrie muziek, dat vaak geassocieerd wordt met metal. Dat is een ding dat zeker is. In elke zaal klonk een geluid met een andere intensiteit. Licht en kalm, traag en zwaar, snel en duister, duister en traag, of snel en licht. Roadburn bood genoeg keuze voor de muziekliefhebber die een experimenteel uitstapje wilde maken. Zelfs liefhebbers van jazz – waaronder ik – konden er terecht: Mythic Sunship speelde een adembenemende set, waarbij de saxofoon ook sterk op de voorgrond trad met zijn jazzimprovisaties.
Pagan performance
De Vikingen uitgestorven? Het Deense Heilung bracht het publiek terug naar het Viking-tijdperk. Gekunstelde hertengeweien, primitieve kleding, en oeroude hoorns, speren en botten. Een spectaculair gezicht om te zien. Het optreden opent met een kring van bandleden, een heidens ritueel dat zich diep in de bossen af lijkt te spelen met vogelgeluiden op de achtergrond. Op het podium en in de zaal heerst een diepe stilte. Mensen kijken met volle verbazing naar wat zich daar afspeelt. Mindful om te zien? Nee, zegt een fan, wacht maar totdat de stilte voor de storm uitbreekt.
En die oorverdovende storm aan percussie breekt uit. Sjamaan-achtige klanken ketsen uit de keel van de man met het hoogste hertengewei, terwijl een vrouw, gekleed in wit met rood haar, op mysterieus engelachtige wijze zingt. Wordt het nog gekker? Jawel, een leger aan blauwe krijgers met wapenschilden bestijgt het podium, waaronder ook vrouwen met ontbloot bovenlijf. Eén van de vrouwen krijgt een strop om haar keel en laat zich aan een speer rijgen. Het ritueel ontvouwt zich. Gebrom en gebulder klinkt uit de kelen van de blauw-geschminkte krijgers, die zo uit Mel Gibson’s film Braveheart zijn gestapt. Dit was geen film, maar een ware spirituele beleving, dat na afloop met gejubel en gejuich of met gelach ontvangen werd.
Respect
Gebaarde mannen gehuld in zwarte kleding, het schrikt de normale mens, de nee-knikker, af. Maar wie verder kijkt dan zijn neus lang is, ontdekt anders. Een medewerker van Poppodium 013: “Goh, de zaal is anders nooit zo schoon na een optreden.” Wat blijkt, een groot deel van deze in zwart geklede festivalgangers ruimt zijn troep keurig op en vraagt netjes op bescheiden toon om een locker-muntje. Aso’s en vechtpartijen zijn er op Roadburn simpelweg niet te vinden.
De ja-knikkers komen naar Roadburn om te genieten. Muziekliefhebbers vanuit alle hoeken van de wereld sparen al hun centen bij elkaar om Roadburn te bezoeken. Driekwart van de bezoekers is geen kaaskop, maar reist vanuit het buitenland. Samen vormen ze een ‘international community,’ die de liefde voor muziek én de stad Tilburg omarmen. Het gevoel van saamhorigheid heerst. Hier voeren vriendschappen, respectvol met elkaar omgaan én intens genieten de boventoon, dat is de boodschap van Roadburn.