Ook de Tilburgse Maaike Cohn is op de hoogte van de laatste ontwikkelingen rondom de Brabantse mazelenuitbraak. “De vaccinatiegraad in Tilburg is momenteel net onder het kritieke punt. Dat baart mij wel zorgen.” In haar omgeving is er veel te doen over de kinderziekte. “Het is natuurlijk een lastige discussie. Mensen die niet vaccineren, staan op een ander punt dan de mensen die het wel doen. Vaak staan deze partijen tegenover elkaar. Iedereen denkt op hun eigen manier hun kind het beste te beschermen.”
Hersenvliesontsteking
Haar grootste probleem ligt niet zozeer bij de ziekte zelf, maar bij de gevolgen ervan. “De mazelen kunnen na ongeveer zeven jaar een complicatie veroorzaken in de vorm van hersenvliesontsteking, wat altijd fataal is omdat er geen genezing voor mogelijk is. De gedachte aan die zeven jaar van onzekerheid vind ik erg zwaar.” Hoewel de complicatie slechts bij één op de tienduizend mensen voorkomt, wil Maaike geen enkel risico nemen. “Hoewel de kans statistisch gezien klein is, geef ik er de voorkeur aan om zelfs het minste risico te vermijden, of liever nog helemaal geen risico te nemen.”
Maaike heeft een zoon van bijna veertien maanden oud. Over twee weken staat zijn BMR-vaccinatie gepland, aangezien de GGD pas vanaf die leeftijd begint met vaccineren. “Baby’s worden vanaf de zwangerschap tot zes maanden beschermd door antilichamen, maar daarna houdt dat op. Als je dan nog tussen zes en veertien maanden oud bent tijdens een uitbraak in de buurt, brengt dat aanzienlijke risico’s met zich mee.” Echter, moeders in haar omgeving met jongere kinderen willen ook graag vaccineren. “Meerdere ouders hebben het geprobeerd, maar de GGD zegt gewoon ‘nee, dat doen we niet’.”
Geen prik onder de 14 maanden
GGD Hart Voor Brabant laat in een reactie weten dat het inderdaad niet de BMR-prik geeft aan kinderen jonger dan veertien maanden. “De beslissing om al dan niet eerder te vaccineren hangt af van verschillende factoren. De leeftijd van veertien maanden is bewust gekozen, zodat kinderen zo lang mogelijk en zo goed mogelijk beschermd zijn. Wanneer de vaccinatie eerder wordt toegediend dan op veertien maanden, kan dit leiden tot verminderde bescherming op zowel lange als soms ook korte termijn. Dit heeft te maken met het afweersysteem van baby’s.”
De gezondheidsdienst laat weten dat wanneer er geen noodzaak is, het vervroegd vaccineren ook niet wenselijk is. “Met de huidige cijfers, is de kans dat kinderen in aanraking komen met het virus klein.” Mocht de kans op een mazeleninfectie voor ongevaccineerde kinderen onder de veertien maanden groot zijn, kan de BMR-prik wel eerder worden aangeboden.
“Bijvoorbeeld, wanneer uit bron- en contactonderzoek blijkt dat een ongevaccineerd kind direct in contact is geweest met een besmet persoon. Ook kan het RIVM en de GGD adviseren tot vervroegde vaccinatie, zoals in 2013/2014 toen bijna 3000 gevallen van mazelen werden gemeld tijdens een uitbraak. Ten slotte wordt vervroegde vaccinatie van kinderen geadviseerd als ze naar een land reizen waar de ziekte veel voorkomt of waar op dit moment een mazelenuitbraak is.”
Angst en spanning
Maaike is opgelucht als haar zoon straks de vaccinatie van de GGD mag ontvangen. “Ik snap hun uitgangspunt, maar er heerst enorm veel angst en spanning. De vraag ‘laat je je kind vaccineren?’, is een vraag die bijna niet zonder emotie gesteld kan worden. Mensen schieten heel snel in de verdediging, terwijl ik eigenlijk gewoon wil weten of er is gevaccineerd of niet. Zo niet, dan houd ik liever mijn kind heel even op afstand.”
LEES OOK:
Kinderopvang maakt zich geen zorgen over mazelen: ‘Zijn wel alert en scherp’