De universiteit wil daarvoor samenwerken met de NS, Randstad, PON/Telos, CSU/Thuiszorg, vakbond CNV, Rabobank, ING, Philips, UWV, KLM en Achmea, meldt Omroep Brabant.
Hoogleraar Irmgard Borghouts is gespecialiseerd in de arbeidsmarkt en werkgelegenheid. “Ook al werk je, dan kan het nog zijn dat je niet genoeg inkomen hebt. Door onder meer de stijgende kosten van energie zijn er heel veel werkende mensen die toch in armoede leven.”
“Mensen die hun baan verliezen, zijn minder gezond.”
Werk is volgens haar ook heel belangrijk voor je gezondheid: “Mensen die hun baan verliezen, zijn minder gezond. Dus aan het werk blijven is ook belangrijk voor het welzijn.”
En dan de omschakeling naar duurzame energie: “Als het niet goed gaat op de arbeidsmarkt, lukt dat ook niet. Als er geen mensen zijn om de energietransitie uit te voeren, dan gaat het niet slagen. Iemand zal toch bij mensen thuis de ketels moeten vervangen.”
Zelfde probleem in de zorg: “Veel verpleegkundigen stoppen na een paar jaar. Hoe komt dat? Het is superbelangrijk dat je die mensen vasthoudt, dat je dat vak aantrekkelijk houdt.”
“Als het simpel was, was het allemaal al gebeurd.”
Borghouts: “We willen gaan kijken hoe we mensen zo ver krijgen om dat werk te doen, waar behoefte aan is. Soms vinden mensen het moeilijk om een stap te zetten. Hoe krijgen we ze van de ene baan naar de andere? Daar weten we te weinig van en dat willen we samen onderzoeken. Werk moet een garantie zijn voor iedereen.”
Borghouts hoopt dat het nu lukt iets structureel te veranderen op de arbeidsmarkt: “In de financiële crisis waren er allerlei experimenten om mensen naar een andere baan te helpen. Maar dat was allemaal tijdelijk. Want de arbeidsmarkt veranderde, dus het werd weer afgebouwd.”
Met corona ging dat volgens haar precies hetzelfde: “Alles is tijdelijk. Maar je moet zorgen dat je de mensen altijd op de goeie plek hebt zitten. Dus ik hoop dat we over tien jaar een systeem hebben waarbij we mensen op de goede plek hebben en houden. En dat we niet meer alleen reageren op tijdelijke ontwikkelingen.”
Gemakkelijk is het niet: “Als het simpel was, was het allemaal al gebeurd. Maar normaal doe je één onderzoek en dan is het klaar. Nu kun je veel meer de diepte in en langer met elkaar samenwerken.”
“De manier waarop we onderzoek doen, bepalen we echt zelf.”
Vice-rector magnificus Jantine Schuit over de samenwerking met bedrijven en organisaties: “We krijgen nu vragen uit de praktijk en daarmee gaan we onderzoek doen.” De universiteit investeert in onderzoek, maar de bedrijven ook: zij financieren mee en maken mensen vrij om met ons samen te werken.”
Daarbij blijft de universiteit volgens haar wel onafhankelijk: “We bedenken samen de vragen. Maar de manier waarop we onderzoek doen, dat bepalen we echt zelf. Het kan niet zo zijn dat een bedrijf dankzij ons onderzoek met voorkennis kan gaan handelen.”