Eigenlijk kunnen alle kinderen, die lid zijn van de WII Kings, aangemeld worden. Iedere thuiswedstrijd lopen er dan enkele kinderen hand in hand het veld op met hun grote helden. “Wanneer ze dan terugkomen, zijn ze vaak helemaal enthousiast”, vertelt AnneMarie. “Als ze terug in de kleedkamer zijn, vragen ze: ‘Heb je gezien dat ik met die of die speler heb gelopen?’”
WII Kings
Maar voordat ze het veld op kunnen, moet er nog van alles gebeuren. “Het werven wordt meestal gedaan door een stagiaire. Zij benadert de ouders via email.” Soms zijn het ook de kinderen van sponsoren die mee het veld op mogen. “En bij de laatste thuiswedstrijd zijn het vaak de kinderen van de spelers zelf. Dan kan het ook zomaar zijn dat het een baby’tje is.”
Op de dag van de wedstrijd is AnneMarie druk bezig. “Voor de wedstrijd leg ik de tenuetjes al klaar. Dan kijk ik even of ik grote of kleinere kinderen heb.” Zo’n driekwartier voor de wedstrijd is het dan zo ver. “Dan ga ik ze halen en gaan we omkleden. Dat kan soms best wel even duren”, vertelt ze lachend. “Vooral als er hele kleintjes bij zijn.”
Uit de fanshop
Het komt soms voor dat niet alle kinderen aanwezig zijn. “Af en toe missen we iemand. Dan ga ik eerst bellen en als dat niet lukt, ga ik kijken in de fanshop. Als ik daar een kindje zie lopen, vraag ik aan de ouders of ze het goed vinden als hun zoon of dochter mee loopt met een van de spelers. Meestal is dat geen probleem.”
Zodra alle kinderen omgekleed zijn, is het wachten op de spelers en de scheidsrechters. “In de tussentijd vertellen wat precies de bedoeling is en doen we soms een quizje. Daarna gaan we naar de spelerstunnel.” Daar wachten de kinderen dan nog even tot ‘hun’ speler aan komt lopen. “De spelers komen vanzelf en geven de kinderen een hand. Ze mogen uit zichzelf niets vragen, maar wel antwoord geven. De meeste spelers zeggen wel wat tegen ze. Behalve als ze bijvoorbeeld geen Nederlands spreken of ze helemaal in de focus zitten.”
Leuk voor de kinderen
Toch vinden de kinderen het vaak geweldig. “We moeten ze vaak een beetje remmen in hun enthousiasme. Sommige kinderen moeten heel vaak plassen van de spanning en anderen worden juist weer heel erg druk. Als ze zich niet gedragen, kunnen ze niet mee het veld op. Zodra we dat zeggen, gaat het meestal gewoon goed.”
Zodra de scheidsrechter het seintje geeft, is het een kwestie van meelopen, lachen en zwaaien. Daarna rennen de kinderen het veld weer af. “Dan gaan we snel omkleden en genieten van de wedstrijd.” AnneMarie doet het werk al veertien jaar met veel plezier. “Het is vooral zo leuk, omdat die kinderen er zo van genieten. En zelf vind ik het ook leuk, hoor. Ik probeer er zelfs mijn vakanties omheen te plannen. Ik doe het nog altijd met veel plezier.”
Ongeluk in een klein hoekje
Meestal gaat het goed, maar af en toe gaat er iets fout. “We hebben wel eens gehad dat we terug het veld op moesten, omdat er nog een kindje bij de scheidsrechter stond te dromen.” Ook bij AnneMarie zelf ging het wel eens mis. “Vroeger schoten de kinderen nog penalty’s in de rust. Het regende die dag verschrikkelijk. Ik wilde een bal terugschieten en ging vol onderuit voor een volle tribune. De supporters moesten daar natuurlijk om lachen.”