In het wild komen deze dieren voor in Botswana, Zimbabwe en Mozambique. Ze worden doof, blind en kaal geboren. De eerste weken verstoppen ze zich daarom in een hol. Week drie kruipen ze eruit en zien ze de wereld voor het eerst.
Ondergrondse bouwwerken
Stokstaartjes leven in een heus ondergronds bouwwerk. Drie meter onder de grond vind je ze in lange gangenstelsels. Ze graven zo’n zeventig tot negentig ingangen die uit verschillende kamers bestaan. Zo is er een ‘slaapkamer’ en zijn er ‘wc-ruimtes’.
Dit ondergrondse bouwwerk beschermt de kleine roofdieren tegen hun vijanden, zoals roofvogels, maar ook tegen extreme temperatuurverschillen in hun leefgebied. Zo blijft het hier altijd rond de 23 graden Celsius, terwijl het buiten tussen de -4 en 40 graden Celsius kan zijn.