Manon Immerzeel
Op die avond om half 9 vertelt Bart Berden, bestuursvoorzitter van het ETZ TweeSteden, aan de burgemeester dat er een coronabesmetting had plaatsgevonden, althans daar gingen ze van uit. De besmette man uit Loon op Zand moest namelijk nog een controletest krijgen. Op dat moment wilde de burgemeester net op NPO1 kijken hoe het met de rest van de wereld ging tijdens de crisis. Toen werd er nog gezegd dat er in Nederland geen besmettingen waren.
In het ETZ werd de man al sinds die woensdag ervoor in isolatie gehouden. Alles wees erop dat de man besmet was. “Op donderdagavond kwam de definitieve uitslag”, vertelt Berden aan Omroep Brabant. “Ik hoorde het van onze microbioloog. Hij zei: ‘Verdomd, we hebben er een te pakken’.”
Bekendmaking
Ongeveer een uur later werd de eerste besmetting live bekendgemaakt. Dat was voor de burgemeester ook een bevestiging. “Daar was ik niet zo blij mee”, vertelt Weterings aan Omroep Brabant. De burgemeester wilde tijd en ruimte om een crisisorganisatie op te starten en zich voor te bereiden op de mediastorm die zou komen, maar die tijd werd hem niet gegund.
“Ik hoorde al snel: ‘We hebben het meegewogen. Maar het kan niet zo zijn dat het bij wijze van spreken om elf uur ’s avonds of de volgende ochtend om acht uur bekend wordt. En dat de minister later de vraag krijgt: wanneer wist u het? Ja, toen ik in dat liveprogramma zat.’ Daar had ik ook wel weer begrip voor”, vertelt Weterings.
Hoe nu verder?
Net als de 1,8 miljoen mensen die op dat moment live aan het meekijken zijn, ziet ook de burgemeester dat er een briefje onder de neus wordt geduwd van minister Bruins en vervolgens de eerste patiënt bekendmaakt. Op dat moment weet niemand nog hoe het verder zou gaan met het virus in ons land.
