Min of meer geschreven voor de schapen die elke koopzondag aangrijpen voor hetzelfde ijsje, hamburger en gegaap voor de winkelramen. Dezelfde tas, spijker, bril en kapsel. Hetzelfde sexy setje voor je vrouw, dezelfde auto, dezelfde koffie. Niemand wil uit de toon vallen terwijl niemand hetzelfde is. Niemand heeft het lef om zich als geel, rood of paars te gedragen in de grijze massa. Eigenlijk kom ik dat ook tegen als je in de rij staat bij de kassa of in een winkel. Niemand (haast niemand) durft zijn/haar zak chips open te trekken en lekker te genieten of een slokje te proeven van het flesje wijn. De straten zijn weer verzopen Vol senseovolle hoofden Zelfs voor schaduw is geen plaats Van de navelstreng gebroken Dolend van kleur bestolen Niet een stap gaat tegendraads In de rij en blijf geloven Alles wat ze beloven Geloven in hun gestreepte pakken Drink hun brein met het foute schuim Senseokop met twee klontjes En blijf een nummer pakken En sta braafjes in de rij Vlucht, vlucht en duik onder hun pruik Verschuil je in de stroom Pimp jezelf vol en bol Vreet je een isolatie Verberg je en vlucht in de zoom Als in het donker van een boerka Schmink jezelf met crèmes Die niet doen wat ze beloven Maar je blijft ze geloven Smeer en het wordt de waarheid weer En je blijft je van jezelf beroven Het pad ben je allang kwijt Vlucht, vlucht vandaag nu het nog kan Kwart voor vijf, de winkels gaan sluiten Nog snel een koffie maar niet weer Een senseo met twee klontjes Het is tijd om te muiten. Ad Nouwens – Schrijversatelier Tilburg-Noord