Jan zit in zijn eentje op een bankje, maar hij is niet de enige vandaag. Ook op het bankje naast hem zit een dakloze. En even verderop zit een groepje. Ze zijn makkelijk te herkennen, want waarom heb je anders op zo’n warme dag, behalve misschien een schoudertas, ook een winterjas, paspoort en mini-Boeddhabeeldje bij je? “Van het ene op het andere moment was ik dakloos en al mijn spullen kwijt”, vertelt Jan zijn verhaal aan Omroep Brabant.
Na klachten van buren over overlast werd Jan uit zijn huis gezet en kwam hij in mei op straat te staan. “Ik schaam me”, bekent hij eerlijk. En omdat hij zich zo schaamt, wil hij ook niet herkenbaar zijn en is zijn naam verzonnen. Hij heeft het zijn moeder verteld. “En tja, als je ze je met een tas zien lopen, zie je wel dat bij sommige mensen het kwartje valt. Je ziet ze denken: die zal wel dakloos zijn.”
Met het groepje even verderop heeft Jan soms contact: “Die zijn niet allemaal dakloos, gelukkig. Ik zeg wel goedemorgen en maak een praatje. Maar het is niet zo dat, omdat ik ook dakloos ben, ik daar de hele dag naast moet gaan zitten.”
“Bij het station komen van die aparte mensen. Hier is veel meer plek.”
In het Spoorpark vindt Jan het gezellig: “Bij het station zijn maar een paar bankjes, dan kun je niet beslissen wie er naast je komt zitten. En daar komen ook van die aparte mensen. Hier is veel meer plek.”
Jan is van harte welkom, zegt Anja Eijkemans, assistent-parkmanager van het Spoorpark: “Het park is van en voor iedereen. Iedereen kan zich hier thuisvoelen, dus ook daklozen. Zolang ze andere bezoekers niet storen en geen afval laten slingeren.”
En daar gaat het best wel eens mis, geeft Eijkemans toe “Als ze luidruchtig zijn, merken we dat ouders of opa’s en oma’s met jonge kinderen daar last van hebben. Dan vragen we of het wat minder kan en of ze ergens anders kunnen gaan zitten.”
“We merken dat gasten zich storen aan dat rumoerige groepje.”
Maar niet iedereen gaat er zo luchtig mee om. Rob Dingemans van de Stadscamping in het Spoorpark is niet blij met de hanggroep voor zijn deur: “Wij merken dat onze gasten zich wel storen aan dat rumoerige groepje, die mannen met hun scootmobielen. Maar wat doe je eraan?”
De organisatie van het Spoorpark heeft contact met daklozenopvang Traverse. Eijkemans: “Als we denken dat iemand extra aandacht nodig heeft, bellen we om dat door te geven.”
’s Nachts gaat het Spoorpark dicht en dan moeten daklozen als Jan hun heil elders zoeken. Hij slaapt dan bij het station: “Gewoon buiten. Ik slaap niet in de opvang. Ik zeg je eerlijk: ik vind het een beetje eng daar naar binnen te gaan. Daar zitten ook allemaal verslaafden. Ik rook wel eens een joint, maar ik heb nooit harddrugs gebruikt. Dus dan wil ik liever niet bij die mensen zitten.”
Het leven van Jan is zwaar, sinds hij dakloos is. Toch blijft hij positief: “Ik ben nog steeds heel gelukkig. Ik ben nog gezond, het is lekker weer. Ik ben al blij met m’n blikje energydrank en een broodje. Ik haal mijn geluk uit de natuur en mooie mensen.”