Bij Johannes Zwijsen wonen ouderen die door lichamelijke of geestelijke klachten niet meer zelfstandig kunnen wonen. Cindy Dekker organiseert voor hen de activiteiten. Ze was dolblij toen alles weer normaal werd.
“Wij zijn weer terug naar tenminste vijftig deelnemers bij activiteiten, want iedereen mag weer door elkaar zitten”, legt ze uit. “In coronatijd hadden we soms maar maximaal zes bewoners. Want je mocht toen alleen maar mensen van dezelfde etage uitnodigen. Nu kunnen we bijvoorbeeld ook weer gaan barbecueën als de zon schijnt.”
“Van ruim dertig besmettingen in drie weken naar nul.”
Voor verpleegkundige Ghislaine de Rooij keerde de rust terug op de afdeling. “Na het vaccineren daalde het aantal besmettingen meteen heel sterk. Van ruim dertig ging het in twee, drie weken naar nul. Sindsdien is er geen uitbraak meer geweest.”
Wel merkt ze dat de sfeer nu anders is. “Er is wel iets gebeurd op de afdeling. We hebben bewoners verloren en er zijn nieuwe mensen voor in de plaats gekomen. Iedereen moet weer zijn plekje vinden.”
Cindy organiseert zowel de grote activiteiten in het restaurant als ook individuele activiteiten voor mensen die niet in een groep kunnen of willen zijn. “Dat moesten we in coronatijd allemaal herzien. Want er konden geen artiesten meer van buiten komen.”
Met met improvisatie kwamen ze ver. “Soms gingen we in beschermende kleding met bewoners beeldbellen naar hun familie. Of we organiseerden een bingo op de gang. Iedereen ging in z’n deuropening zitten en wij riepen met een versterker de nummers af. Nu alles weer kan, merken we hoe erg bewoners de reuring in huis hebben gemist.”
“Sommige bewoners herkenden ons niet meer.”
Terug naar normaal betekende ook dat de mondkapjes weer af gingen. “Sommige mensen herkenden ons niet meer”, zegt Ghislaine. “Want zijn bewoners die me alleen met mondkapje kenden. Ik vond het altijd heel moeilijk. Als je iemand een glimlach wilt geven, gaat dat met een mondkapje heel moeilijk. Ook voor slechthorenden, mensen die liplezen, was het een probleem.”
Toch is niet alles terug naar het oude normaal. Cindy: “Ik ben alerter, vooral met hygiëne. Ik heb twee gymgroepen en daar zit een half uur tussen. In die tussentijd desinfecteer ik alle stoelen. Verder probeer ik afstand te houden en als iemand verkouden overkomt, overleg ik meteen met de verzorgende. De zorgeloosheid is ervan af.” Ghislaine voegt toe: “Bij de kleinste klachten, wordt er meteen getest.”
Binnen Johannes Zwijsen is in coronatijd een paar keer een grote uitbraak geweest. Dat heeft ook bij de medewerkers zijn sporen nagelaten. “We waren isolaties wel gewend. We hebben wel eens uitbraken van griep of het norovirus, dat buikgriep veroorzaakt. Maar de impact van het coronavirus was natuurlijk veel groter. Het is altijd verdrietig als je een bewoner verliest. Maar dan heb je met de families veel contact. Dat misten we door de beperkingen ook. En veel bewoners overleden in het ziekenhuis. Dan heb je het gevoel dat je met lege handen staat.”
Ook Cindy ervaart dat zo. “Als personeel ben je gewend dat je naar de uitvaart gaat, maar dat kon door de beperkingen ook niet. Dat voelt onaf.”
“Corona is nog niet weg.”
De medewerkers en bewoners hebben met elkaar de coronaslachtoffers herdacht. In een bijeenkomst werden gedichten voorgelezen en de namen van overleden bewoners genoemd. In het verzorgingshuis lagen stenen met de naam en overlijdensdatum erop. Cindy: “Maar toen de corona langer duurde, vonden we het te confronterend worden. Op een gegeven moment wil je verder. We wilden de stemming ombuigen. Dus toen hebben we ze weggehaald.”
Wat blijft, corona of niet, is het werken met een kwetsbare groep. Ghislaine: “Zorgen hebben we altijd. We houden de nieuwsberichten in de gaten, want corona is nog niet weg. Door de vaccinaties heb ik de hoop dat het goed komt, maar we blijven alert. We gaan lekker voorwaarts, maar wel met een beetje reserve.