In de jaren ‘80 kwam de toen 23-jarige Fons Mallien van DESK naar Willem II. Ook toen was dat niet de normaalste zaak van de wereld, want hij belandde pas veel later in het betaald voetbal dan zijn medespelers. “Je krijgt en kreeg toen niet vaak meer een kans op je 23e”, vertelt Fons. “Ik maakte indruk op de trainer en speelde de eerste jaren eigenlijk alles.”
Moderne back
De linksback promoveerde in het eerste seizoen meteen van de Eerste Divisie naar het hoogste niveau. “Promotie naar de Eredivisie was echt een hoogtepunt. Je maakt het als voetballer nu eenmaal niet vaak mee dat er iets te vieren valt. Dan ben ik toch wel trots dat ik deel heb uitgemaakt van die reis.”
Mallien was linksback en eigenlijk een beetje te vergelijken met de hedendaagse vleugelverdedigers. Waar de links- en rechtsback vroeger vooral moesten verdedigen, verwachten veel trainers tegenwoordig dat ze ook aanvallend hun steentje bijdragen. “Dat deed ik toen al. Ik was een moderne back, was kopsterk en kwam vaak mee over de linkerkant. Ik had een groot loopvermogen, maar ook verdedigend stond ik mijn mannetje.”
Uiteindelijk raakte de verdediger geblesseerd en stopte hij in ’93 met voetballen. Daarna heeft hij de Tricolores altijd gevolgd als supporter. Nu, zo’n dertig jaar later, is hij toch weer onlosmakelijk verbonden aan Willem II.
Geen stress meer
Hij is sinds twee weken de nieuwe chauffeur van de spelersbus. “Ik zat jaren geleden te borrelen met wat vrienden waarvan er twee net hun busrijbewijs hadden gehaald. Toen zeiden die mannen: ‘waarom ga jij ook je busrijbewijs niet halen?’” Aangestoken door hun enthousiasme begon hij uiteindelijk met lessen.
Fons werkte voor Kupers en Arriva en hij reed bijvoorbeeld ook wel eens supporters naar wedstrijden van hun club. Toen hij hoorde dat de vorige buschauffeur bij Willem II stopte, wist hij al dat ze hem zouden benaderen. “Ik heb meteen gezegd dat ik niet alle wedstrijden kan. Wanneer ik niet kan, rijdt een vriend van me. Ik ben helemaal op mijn plek, heb geen stress meer en dat is heerlijk.”
De spelers kent hij nog niet persoonlijk, maar een aantal leden van de staf kent hij nog van vroeger. “Dat contact met de staf en spelers zal alleen nog maar groeien. Ik zit er pas twee weken, hè”, zegt hij lachend.