Het zijn de Nationale Voorleesdagen en ook Weterings levert een bijdrage. De peuters zitten met hun ouders klaar op kussentjes. Burgemeester Weterings neemt plaats in een barokke voorleesstoel. In zijn linkerhand het voorleesboek, in zijn rechterhand een knuffel van de Moppereend. Hij houdt het boek omhoog om het plaatje aan de kinderen te laten zien. “Ik zal maar eens lezen wat erbij staat?”
Terwijl Weterings leest, zet hij zijn woorden kracht bij door met de knuffel op en neer te schudden: “Eend was mopperig. De vijver was opgedroogd. Dus ze kon niet zwemmen.”
Aandachtig
De peutertjes luisteren aandachtig. “En ze had niemand om mee te spelen”, vertelt Weterings. “Nee!” roept een kindje. De burgemeester had zelden een meer aandachtig publiek. “De kinderen waren van begin af aan meteen geïnteresseerd”, zegt Weterings na afloop. “Ze luisterden echt en een paar kenden het verhaal ook.”
Ketting
Ook de peuters zelf waren enthousiast. “Als hij er niks aan vindt, gaat hij rondlopen. Maar nu bleef hij zitten”, zegt een moeder. “En de burgemeester had een mooie ketting om he?”
De Nationale Voorleesdagen zijn volgens Weterings echt belangrijk: “Kinderen die van begin af aan worden voorgelezen, ontwikkelen meteen een goed taalgevoel. En het is natuurlijk ook gezellig, zowel thuis met de familie als op school.”