Stervensbegeleiding mag je het van Hans niet noemen. “We ondersteunen de mantelzorgers. Zij zijn in de laatste weken van het leven van een dierbare vaak overbelast”, vertelt hij aan Omroep Brabant.
Er zíjn, dat is wat Hans nu al bijna dertien jaar als vrijwilliger doet: “Soms ga ik in een hoekje een boek lezen. Ik zeg altijd: u hoeft mij niet te entertainen. Maar praten mag wel natuurlijk. Soms vertellen mensen met het fotoalbum erbij al na een uur een heel intiem verhaal.”
“De mantelzorger moet met een gerust hart even weg kunnen.”
Ondertussen kunnen de mantelzorgers dan even bijkomen. “Wij zijn er meestal vier uur. En dan kunnen de mantelzorgers iets voor zichzelf doen: bij de buurvrouw koffie drinken, naar de kapper: noem maar op.”
Hélène Vissers coördineert de dertig vrijwilligers voor Tilburg en omgeving. Ze vult aan: “De mantelzorger moet met een gerust hart even weg kunnen. Zodat hij de zorg vol kan houden. En de vrijwilligers hebben niet de opdracht met iemand in gesprek te gaan. Als iemand niet wil praten is het ook goed, dan gaan we er ook gewoon zitten.” Hans: “Het komt ook wel voor dat iemand niet meer kán praten.”
“Ik word nauwelijks meer gevraagd. Heel jammer.”
Vanaf het begin van corona kwam dit vrijwilligerswerk in de verdrukking: “Er was paniek”, herinnert Hélène zich. “Op één na is alles toen gestopt.”
Nu de coronamaatregelen overboord zijn, kan de zorg weer worden opgepakt. Maar dat gebeurt nog maar nauwelijks. Tot teleurstelling van Hans: “Ik word nauwelijks meer gevraagd. Heel jammer, want ik ben beschikbaar, ik heb tijd.”
“Er is geen tijd om aan een mantelzorger te vragen of ze hulp kunnen gebruiken.”
Na twee jaar corona, is het goede werk van Hans en zijn collega-vrijwilligers uit het zicht geraakt, vreest Hélène. Ook overbelasting van de thuiszorg speelt een rol: “In de thuiszorg zijn halve teams nog ziek, dus ze doen het hoognodige en rennen naar de volgende. Er is geen tijd om met een mantelzorger aan tafel te zitten om te vragen of ze extra hulp kunnen gebruiken.”
Hélène: “Laatst zei een cliënt: ‘Ik snap heus wel dat dit niet voor mij bedoeld is, maar voor mijn vrouw. Die wil ik graag steunen’. Dat vond ik zo mooi, dat hij ondanks dat hij zo ziek was toch nog aan het welzijn van zijn vrouw kon denken. Wij zijn er, zodat de dierbaren overeind blijven en de cliënt als het zo ver is thuis kan overlijden.”
Zo’n 150 vrijwilligers in Brabant ondersteunen terminaal zieke mensen en hun mantelzorgers. Een organisatie in de buurt vind je hier.