Hij doet zijn kant van het verhaal aan Omroep Brabant. “Ik ben me helemaal wezenloos geschrokken van de hoeveelheden munitie en wapens die bij mij thuis zijn gevonden”, begint Jan (61) hoorbaar aangeslagen.
Op die bewuste vrijdagavond was hij bij kennissen op visite. Rond tien uur reed hij terug naar huis, toen de vriendin van zijn zoon belde: “Ze was in alle staten. Er was geschoten en gevochten bij de loods waar ik de spullen van mijn hoveniersbedrijf opsla.” De politie heeft daarna de loods doorzocht en vond wapens en explosieven in een gesloten locker.
“Ik kwam niet vaak in de loods.”
Jan vertelt dat hij zich doodschrok van het nieuws. “Ik wist van niets!”, benadrukt hij. “Ik kwam niet vaak in de loods, soms om even een kettingzaag ofzo te halen. Mijn zoon was er wel eens, maar hij vertelde dan dat hij daar was om aan zijn auto te sleutelen.”
Jan reed na het nieuws gauw naar de vriendin van zijn zoon die in paniek thuis zat. “Ze hadden toen net een maand een dochtertje. Ik heb geprobeerd haar wat gerust te stellen.”
“Mijn zoon heeft zelf verklaard dat ik hierbuiten sta”
Op de terugweg naar huis werd Jan door de politie gebeld, ze wilden hem graag spreken. “Ik ben ’s nachts zelf naar het politiebureau gereden.” Omdat in de loods, die op Jans naam staat, wapens waren gevonden, is de politie ook bij hem thuis gaan kijken. Ook daar kwamen ze wapens tegen.
Hoe het kan dat Jan daar nooit iets van gemerkt heeft, snapt hij zelf ook niet. “Achteraf ben ik misschien naïef geweest. Maar de wapens waren ook niet gewoon in de keuken of woonkamer verstopt. Ze waren gevonden in het zoldertje boven zijn slaapkamer. Ik kwam daar nooit.”
Omdat de wapens wel in het huis van Jan lagen, werd hij eenmaal op het bureau meteen aangehouden. Jan zat zes weken vast. Sinds donderdag staat hij weer op vrije voeten. “Mijn zoon heeft zelf verklaard dat ik hierbuiten sta.”
“Het zou me niets interesseren als hij jaren vast zou zitten.”
Jan stopt even. Hij zucht hoorbaar. “Ik had best een aardige band met mijn zoon”, zegt hij dan met trillerige stem. Hij woonde tijdelijk bij Jan, tot hij een nieuwe woning gevonden had. “Een paar maanden geleden waren we nog samen de kinderkamer aan het verven in zijn huis in Oss. Ik kan niet geloven dat hij dit voor mij heeft verzwegen. Hij werkte gewoon vijf dagen in de week. Hij had geld. Ik begrijp het gewoon niet. Waarom heeft hij dit gedaan?”
Sinds zijn arrestatie heeft Jan niet meer met zijn zoon gepraat. “Ik ben boos op hem. Ik hoop dat hij 3 of 5 of 8 jaar krijgt”, briest Jan. “Het interesseert me eigenlijk niet.”
Dan bedenkt hij zich: “Nee, tegelijk hoop ik niet dat hij zo lang vast zit. Hij heeft net een dochtertje.” Wel weet hij dat hij zijn zoon voorlopig even niet wil zien of spreken. “Ik verwijt mijzelf enorm dat ik zo naïef ben geweest. Ik wil weer rust in mijn leven.”