Oscar Dusschooten (57) verlaat de Tilburgse politiek. Hij was zes jaar raadslid en vier jaar wethouder in de stad. “Ik neem fantastische herinneringen mee aan een prachtige tijd”, laat hij in een bericht op sociale media weten. Dusschoten is weliswaar een echte Tilburger, maar woonde al enige tijd in Rotterdam.
Hoewel hij nog niet ‘moe’ van zijn werk was, vindt hij het tijd om het stokje over te dragen aan een nieuwe lichting Tilburgse VVD’ers. Volgens Dusschooten is het een mix van ervaring en verfrissend jong talent. Dat was wel anders in 2018 toen hijzelf lijsttrekker was tijdens de gemeenteraadsverkiezingen.
“Mijn opdracht die ik in 2017 kreeg, is volbracht.”
Dusschooten werd in 2017 gevraagd om de VVD te leiden tijdens de gemeenteraadsverkiezingen. Op de kandidatenlijst stond namelijk niemand met ervaring in de raad. Hijzelf was van 2008 tot en met 2014 wel al raadslid geweest. De vertrekkend wethouder vindt dat de huidige ploeg zonder hem kan. “Mijn opdracht, de taak uit 2017, is volbracht.”
Als wethouder had hij onder meer Financiën, Wonen en Milieu in zijn portefeuille de afgelopen vier jaar. “Ik ben trots op de net begonnen metamorfoses van het Koningsplein, de Cityring en het Willemsplein.” Vooral het weren van verkeer van de Cityring is omstreden bij veel Tilburgers, maar moet de binnenstad leefbaar houden en klimaatvriendelijker maken. Hij investeerde veel in de verduurzaming van de stad.
“Dat we al drie jaar de financieel gezondste gemeente zijn, is de kers op de taart.”
Toen Dusschooten als wethouder begon in Tilburg, kampte de stad met flinke financiële tekorten in de (jeugd)zorg. Die wist hij weg te werken. “Dat we vervolgens drie jaar op rij worden uitgeroepen tot de financieel meest gezonde gemeente van Nederland is wat mij betreft de (kers op de) slagroom op de taart!”
De wethouder kijkt tevreden terug op de afgelopen raadsperiode. “Wethouder is een heel zware maar voor mij ook heel dankbare taak” Alleen wat de VVD’er nu gaat doen is nog onduidelijk. “Ik op weg naar een volgend avontuur, maar wat dat gaat worden, weet ik oprecht nog niet.”