Met zijn Stichting Humanitaire Hulp Kinderen Oekraïne helpt Piet al bijna dertig jaar kinderen in dat land. Zo bouwde hij onder meer een weeshuis en doveninstituut in Kirovohrad op. Ook ondersteunt hij gezinnen met een gehandicapt kind.
Vlak voordat de oorlog in Oekraïne uitbrak, maakte hij zich al grote zorgen. Waar hij bang voor was, is nu werkelijkheid geworden: zijn weeshuis zit in het oorlogsgebied en de kinderen kunnen niet weg. “Het is in het kindertehuis nu heel chaotisch, net als in heel Oekraïne. We hebben in het kindertehuis en doveninstituut 36 kinderen die we dus niet wegkrijgen”, vertelt Piet aan Omroep Brabant.
De kinderen schuilen in een kelder. “Ze hebben een binnenplaatsje, waar ze af en toe kunnen luchten. Maar de straaljagers en helikopters vliegen eroverheen. Het is een ramp.”
“We krijgen geen transport daarheen, hoeveel geld je er ook voor geeft.”
De stichting van Piet heeft een opvangplaats in een veiliger gebied, vlakbij de grens met Hongarije. Daar zou hij de kinderen heel graag heen willen krijgen, maar dat lukt niet. “Ze kunnen daar allemaal terecht, maar wie gaat ze halen? Het is veel te gevaarlijk. We krijgen het niet voor elkaar om transport te regelen die naar het gevaarlijke gebied gaat, hoeveel geld je er ook voor geeft.” Piet schudt zijn hoofd: “Onmacht, onmacht, onmacht. Dat is heel pijnlijk.”
Met de stichting steunt Spijkers ook een aantal gezinnen met een gehandicapt kind. Het gaat om 27 kinderen met de spierziekte SMA, die kunnen ook niet naar een veilig gebied verplaatst worden. Slechts drie gezinnen heeft de stichting kunnen verplaatsen. “Dat is logistiek zo moeilijk. Ze hebben zuurstof nodig, moeten beademd worden, er moet slijm uit ze gehaald worden, ze krijgen sondevoeding. Die krijgt je bijna de grens niet over, want dan heb je speciaal transport nodig en een vrije doorgang. Maar met die toestroom van mensen is er ook geen vrije doorgang.” Er zit volgens Piet dus niks anders voor ze op dan blijven waar ze zijn en hopen dat het allemaal goedkomt.
“Hoop sterft als laatst.”
Hij hoopt voor het weeshuis ook dat er een corridor komt, waardoor de kinderen weg kunnen. “Anders zie ik het heel somber in.” Ondertussen heeft Piet zo’n vijf keer per dag contact met de kinderen, via Skype en telefonisch. Met tranen in zijn ogen zegt Piet: “Ik zeg dan altijd in het Oekraïens: hoop sterft als laatst.”
LEES OOK: Piet Spijkers helpt kinderen in Oekraïne: ‘Ik voel me zo machteloos’