Tilburg School of Economics and Management (TiSEM) start in september met de nieuwe bachelor Entrepreneurship and Business Innovation. De bachelor is uniek in ons land. En die richt zich dus geheel en al op het starten van nieuwe bedrijven. Maar ook op het bedenken en het toepassen van nieuwe snufjes in bestaande bedrijven of organisaties. TiSEM gaat in de eerste plaats die bedrijven en de overheid actief betrekken bij de opleiding.
Uit onderzoek komt naar voren dat de behoefte aan ondernemers in de komende jaren alleen maar zal groeien. Want zij zijn toch wel de ‘motor van de groei van de economie’ te noemen. Maar ondernemers die zich sterk richten op de maatschappij dragen ook bij aan oplossingen voor sociale kwesties en voor kwesties als het gaat om milieu. Werkgevers hebben daarom behoefte aan werknemers die vaardigheden die van belang zijn bij de studie combineren met kennis en talenten die dat zijn bij het ondernemen. Denk hierbij dan aan het onafhankelijk en flexibel zijn. Aan het initiatief nemen en voortvarend te werk gaan. Of ook aan het hebben van het vermogen om vooruit te zien en om door te zetten. En niet in de laatste plaats aan het hebben van vaardigheden op het vlak van communicatie.
De inhoud van het programma van Entrepreneurship and Business Innovation
Het programma van de bachelor bestaat uit drie delen: ontwaken, ontwikkelen en versnellen. Elk jaar heeft zo dus z’n eigen focus.
Jaar 1: Ontwaken
Studenten maken eerst kennis met de principes die aan de basis liggen van het ondernemen en van het bedenken en het toepassen van iets nieuws. Ook zullen ze aan de hand van projecten de theorie en de praktijk met elkaar gaan verbinden. Daar komen ook vaardigheden en gedrag bij aan bod.
Jaar 2: Ontwikkelen
De nadruk verschuift dan naar diverse visies op en situaties bij het ondernemen. De studenten krijgen inzicht in het ondernemen in de fase van een startend en in die van een bestaand bedrijf. En tevens krijgen ze inzicht in wat er al met al komt kijken bij het duurzaam ondernemen.
Jaar 3: Versnellen
Ten slotte bestaat jaar 3 uit een uitwisseling naar het buitenland of een minor, en een specialisatie. Maar ook uit een project aan de hand waarvan ze afstuderen. Dat project stelt studenten dan in staat om dat wat ze hebben geleerd uit te voeren in de praktijk.