De beelden zijn gemaakt door amateurfilmer Leo van de Pas. Zijn zoon Ad doneerde de film aan het Regionaal Archief. “We stonden te juichen”, zegt projectleider Teuntje van de Wouw. “Dat het in die koninklijke zomer van 1948 in Tilburg groot feest was, weten we, want we hebben er foto’s van. Maar bewegend beeld was er nog niet.”
In de film zie je onder meer de sportdag in het Gemeentelijk Stadion op 29 augustus 1948. Vanuit het stadion kijk je uit op de Korvelse kerk. Van de Wouw: “Het zijn vroege beelden van iets dat voor Tilburg heel belangrijk zou worden. Want precies op die plek werd uiteindelijk het voetbalstadion van Willem II gebouwd.”
Ook het feit dat de film is gemaakt door een amateurfilmer maakt de opname voor Van de Wouw bijzonder: “Van de Pas is net op een andere manier aanwezig. Af en toe komt ook zijn familie in beeld, zijn zoon Ad onder andere. Maar ook zijn zusjes en zijn moeder. Daardoor krijg je ook een klein persoonlijk inkijkje in het leven van de filmmaker. Dat zie je niet in de officiële Polygoonjournaals en daardoor wordt het historisch gezien interessant.”
Zoon Ad zie je in de film tijdens de sportdag op de tribune zitten. In korte broek, met een petje schuin op zijn hoofd. Hij is dan acht jaar oud. Nu is hij 81. Aan de gebeurtenissen die je in de film ziet, heeft hij geen herinneringen meer. Maar hij ziet nog zo voor zich hoe zijn vader de film monteert.
“Mijn vader was voorzitter van de Tilburgse Amateur Fotoclub. Met die film waren ze altijd met tweeën bezig. In onze huiskamer monteerden ze de teksten tussen de verschillende filmpjes. En als mijn vader de donkere kamer in ging, in de kelder, ging ik mee kijken. Het was zijn lust en zijn leven.”
Een hoogtepunt in de film is 6 september, de dag waarop Juliana tot koningin werd gekroond. “Tilburg voelde zich door Willem II natuurlijk verbonden met de koninklijke familie”, legt Van de Wouw uit. “Wat doe je als de familie niet jouw kant op kan komen? Dan verkleed je gewoon iemand als Willem II en maak je een mooie historische optocht met je eigen festiviteiten. Je ziet dat de glorie van Tilburg in de koninklijke geschiedenis op dat moment helemaal wordt herleefd.”
De film duurt 24 minuten. Als je klaar bent, heb je de indruk dat ze in 1948 in Tilburg alleen maar aan het feesten waren. Het is één lange stoet aan parades en festiviteiten. Van de Wouw: “De oorlog was pas net voorbij. Je ziet een uitbundigheid die heel lang niet mogelijk was. Daarnaast was het koningshuis was in die jaren heel populair. Tel daar de link met Tilburg bij op en je hebt een heel groot feest.”
De maker van de film, Leo van de Pas, overleed tien jaar na de filmopnames. Hij was toen 50 jaar oud. Ad was 18. “Op zijn sterfbed kreeg ik mijn rijbewijs. Ik kon het hem nog net laten zien, op die dag is hij overleden. Mijn vader was een lieve man met een zacht karakter. Wij waren altijd twee maatjes. Daarna miste ik mijn steun en toeverlaat.”
Ad van de Pas heeft de film van zijn vader regelmatig teruggezien. Maar dat-ie zo bijzonder is, verrast hem: “Ik was me er echt niet bewust van. Maar iedereen doet nu zo enthousiast. Ik ben blij dat het nu bij het Regionaal Archief ligt. Ik ben 81, straks vertrek ik. En wat zou er dan met de film gebeurd zijn?”