Cor weet het zeker: op eigen terrein mag je parkeren waar je wilt. “Teken een vak en hang er het kenteken van de auto bij”, schrijft hij. “Ook kun je een hek of bordje plaatsen: ‘Verboden voor onbevoegden. Artikel 461′. Hij tipt de bewoners verder: “Altijd voor laten komen als je beboet bent en aantonen dat het eigen grond is. Zeker weten dat de bekeuring dan wordt geseponeerd. En na vrijspraak zou ik het Openbaar Ministerie vragen of ze de boa’s willen confronteren met hun fout.”
“Ik zou naar de rechtswinkel stappen of een advocaat in de arm nemen.”
Ook Martien vindt dat de parkeerbonnen moeten worden aangevochten. “De wegenverkeerswet is alleen rechtsgeldig op de voor het openbaar verkeer openstaande wegen. Eigen grond staat niet open voor openbaar verkeer. Ik zou naar de rechtswinkel stappen of een pro deo advocaat in de arm nemen en de zaak aanhangig maken”, adviseert hij.
Volgens Jaap kunnen Sjef Marinus, Ad van Gool en de andere bewoners gewoon een parkeervergunning aanvragen en is het probleem daarmee opgelost. “Dat hebben wij ook in Oud-Vossemeer. Wij betalen 34 euro voor twee auto’s voor een periode van vijf jaar, en en mogen daarmee dus voor onze eigen oprit parkeren.”
Voor bewoner Ad van Gool en zijn vrouw, die beiden in een rolstoel zitten, is er een extra mogelijkheid, denkt Wil. “Als iemand invalide is, kan hij of zij een invalidekaart aanvragen en een parkeerplaats voor de deur aanvragen.”
“Hier wordt op een oprit geparkeerd en dat is niet strafbaar.”
Velen vinden dat er een essentieel verschil is tussen een inrit en een oprit en of je daar je auto kosteloos mag parkeren. “Er wordt vermeld dat niet voor een inrit mag worden geparkeerd”, meldt Lieuwe. “Dat klopt, maar hier wordt op de inrit geparkeerd en dat is niet strafbaar.” H. denkt er precies hetzelfde over: “In de wegenverkeerswet staat dat je niet mag parkeren voor een inrit. De auto’s van de bewoners stonden niet voor de inrit, maar op de oprit op eigen grond. Volgens mij had hiervoor geen bekeuring geschreven mogen worden.”
“De bewoners staan in dit geval volledig in hun recht.”
En Ad reageert: “De gemeente stelt dat je niet mag parkeren VOOR een inrit, echter de auto staat in dit geval ACHTER de inrit. Daarbij komt dat er in dit geval fysiek geen inrit aanwezig is. Het perceel grenst direct aan de openbare weg. De bewoners staan in dit geval volledig in hun recht en de gemeente zou de boetes kwijt moeten schelden.”
Piet ziet wel mogelijkheden om bezwaar te maken: “Het reglement verkeersregels en verkeerstekens heeft geen definitie meer van een uitrit. Maar in het algemeen is een uitrit een middel om van de openbare weg naar een besloten terrein of een gebouw te gaan. Dat kun je in dit geval uitleggen als de lijn die je oversteekt van de openbare weg naar het eigen terrein. De auto staat dus niet vóór maar achter de uitrit. Als je garage 10 meter van de straat staat en je zet je auto voor je garagedeur (langs, dwars of op zijn dak) dan mag dat. En als je garage anderhalve meter van de weg staat dan mag het ineens niet meer.”
“Het klinkt misschien gek, maar zet verplaatsbare hekken om de auto, dan is het geen in- en uitrit meer.”
R. vraagt zich af: “Dit houdt dus in dat je ook niet op je eigen oprit bij je huis meer voor de garage mag staan?” En Hendrik heeft nog wel een tip voor de bewoners: “Het klinkt misschien gek, maar zet een soort verplaatsbare hekken om de auto, dan is het geen in- en uitrit meer.”
“Meld het bij rechter Frank Visser, ik zou het proberen!”
Hubert heeft een tip om voor eens en voor altijd van die boetes af te komen. “Melden bij rechter Frank Visser, dan komt het openlijk op tv. Ik zou het proberen!”