Uiteraard wordt het jubileum groot gevierd. Op het schoolplein staat een grote teletijdmachine, waaruit de leerlingen verkleed als de notabelen van toen tevoorschijn komen: de hoofdonderwijzer, de pater, de burgemeester.
Als het feest voorbij is en de leerlingen weer in de klas zitten, is er nog een kleine menigte over op het schoolplein: Oma Cor en haar familie. Via hun overgrootmoeder, stappen de leerlingen nogmaals terug in de tijd: “Ik ging lopend naar school, op klompen. Drie kwartier deed ik erover. Tussen de middag ging ik naar huis en dan weer terug.”
“Nou, dan is het nu wel wat luxer”, reageert een achterkleinzoon: “Klompen waren nogal vervelend om mee te lopen”, zegt hij tegen Omroep Brabant.
Tineke van de Pas werkte 28 jaar als onderwijzeres op de Franciscusschool, vorig jaar ging ze met pensioen. Dat een school honderd jaar bestaat, is bijzonder, dus maakte ze er een expositie over. Vol met foto’s en verhalen van generaties die er op school zaten.
“De Duitsers staken de school in brand.”
Toch heeft Oma Cor niet in het schoolgebouw gezeten dat er nu staat, weet Tineke: “Dat is in de oorlog door de Duitsers ingenomen en toen ze vertrokken, staken ze het in brand. In 1946 is er een nieuw schoolgebouw gekomen en daar zijn later vleugels aangebouwd. Dus het is een moderne school in een oud jasje.”
Het verhaal van Oma Cor is bijzonder, maar in Biezenmortel niet eens heel uniek: “Van de 90 kinderen hier op school zijn er zeker 50 waarvan voorouders op deze school hebben gezeten. Ja, Biezenmortel is een honkvast dorp. Het is hier goed wonen.”
“Wie ruzie maakte, moest de grote afwas doen.”
Dat beaamt Cors dochter: “Samen delen, samen spelen. En geen ruzie maken, zei ons moeder altijd.” “Want wie ruzie maakte, moest de grote afwas doen”, reageert Cor. Een kleindochter: “Rotstreken uithalen kon best een keer, maar geen ruzie maken. Dat heeft ons oma altijd gezegd.”
Oma is zichtbaar in haar element met al haar nazaten in pais en vree om haar heen. “Da’s heel voornaam, het gaat van eiges. Als ze begrijpen wat ruzie is, hè jongen?” Ze klopt een achterkleinzoon op de schouder. Hij knikt en holt de school in: voor de vierde generatie gaan de lessen weer verder.