De opvang aan de Tilburgseweg opende in december en de planning is dat hij begin mei weer sluit. Toch wil de raad in Goirle kijken of dit eventueel verlengd kan worden. De vraag naar opvangplekken is volgens het COA namelijk niet minder geworden. In maart moet het college een beslissing nemen over de crisisnoodopvang.
In de recreatieruimte van de opvang staan een paar rode banken, een tafelvoetbalspel en een televisie. Het is er stil en rustig. Iets wat de bewoners niet gewend zijn. Eerder werden ze opgevangen in sporthallen in Rucphen en Zevenbergen. Dat was verre van ideaal, vertellen de vluchtelingen.
“Je had er helemaal geen privacy.”
“Dat was helemaal geen goede situatie”, vertelt een bewoonster. “Je had helemaal geen privacy en het was er klein. Iedereen kon zomaar binnenlopen, want de leefruimtes werden afgescheiden door een soort gordijnen.” Terwijl ze aan het vertellen is, gaat de deur open en komen er lachende, schreeuwende kinderen binnen. “Dit is nog helemaal niets”, zegt ze glimlachend.
Al in de eerste maanden dat ze in Nederland was, probeerde ze de taal te leren. Dat was lastig door de herrie in de sporthal. “Ik leerde Nederlands op mijn telefoon. Ik keek tekenfilmpjes. Om het te kunnen verstaan, moest het volume op de hoogste stand staan. Ik heb er letterlijk oorpijn van gehad”, vertelt ze.
“Het is fijn om wat te doen te hebben.”
Inmiddels spreekt ze na vijf maanden bijna vloeiend Nederlands, leest ze boeken en begrijpt ze films en series. Dat lukt hier in Goirle ook beter, vertelt ze. “We hebben hier bijna dagelijks taallessen en daarnaast studeer ik zelf ook nog.”
Naast de lessen Nederlands wordt nog een handvol andere activiteiten georganiseerd. Een man vertelt dat ze af en toe ook lekker kunnen bewegen. “Er is een vrouw met wie je kunt gaan wandelen en twee keer in de week kunnen we sportlessen krijgen. Het is fijn om wat te doen te hebben.”
“Ik zou heel graag een band opbouwen met de mensen uit Goirle.”
Ze vinden dat de situatie in Goirle een niet te vergelijken is met de sporthallen waar ze eerst zaten. Toch zien ze ook hier ruimte voor verbetering. “Ik zou graag willen werken , vertelt zij. “Ik doe een keer in de week vrijwilligerswerk bij zorgcentrum de Guldenakker. Daar praat ik met mensen en om te oefenen met Nederlands.”
De mannelijke bewoner van het Oude Missiehuis mist een vriendenkring om zich heen, vertelt hij. “Ik zou heel graag een band met de mensen uit Goirle opbouwen. Ik ben er klaar mee om iedere keer te verhuizen.”
Voor hun eigen veiligheid en die van hun familieleden in het land van herkomst, blijven de geïnterviewden anoniem.