Vier keer probeerde Esther afgelopen maand een einde aan haar leven te maken: “Ik neem dan pillen in. Maar je hebt een automatische overlevingsdrang. Dus ik ging toch maar bellen en werd in het ziekenhuis opgenomen. En dat vier keer in de maand, dat is wel een aanslag op je lichaam.”
“Alle antidepressiva die er zijn, heb ik wel gehad.”
Achteloos somt Esther de vele therapieën op die ze al heeft gehad: “PMT, schematherapie, cognitieve gedragstherapie, psycho-educatie, drie keer EMDR…” Toch gaat ze wel weer een nieuwe therapie doen: “Om te kijken wat ik kan verlichten. De kans is klein, maar ik wil toch een poging doen.”
En qua medicatie? “Ik denk dat ik alle antidepressiva die er zijn wel heb gehad. Afgelopen jaar heb ik zes antidepressiva en vijf antipsychoticums geprobeerd. Een klein gedeelte werkt een beetje. Zonder medicatie zou het nog slechter met me gaan.”
“Mishandeling, misbruik, verwaarlozing, Mijn jeugd was wel eenzaam.”
Esther was een schipperskind. Ze had een slechte jeugd, kreeg geen liefde, tijd en aandacht: “Ik was niet belangrijk, deed er niet toe. Mishandeling, misbruik, verwaarlozing. Mijn jeugd is wel eenzaam geweest.” Met vlagen ging het tussen haar 18e en 25e wel redelijk: “Ik was wel depressief, maar leefde gewoon mijn leven.” Maar toen haar vader op haar 25e een einde aan zijn leven maakte, maakte dat iets in Esther wakker: “Het was het startschot voor mijn euthanasietraject.”
Toch heeft Esther best wel een sociaal leven. Ze heeft vrienden, vooral dankzij de kerk waar ze bij zit. Schema’s waarin ze van uur tot uur invult wat ze doet, geven houvast: opstaan, dagbesteding, tv kijken en naar bed gaan. “Dingetjes om de week maar door te komen, maar het is geen doen.” Werken lukt niet meer, Esther meldde zich te vaak ziek.
Op de kalender telt Esther de 29 weken af tot het moment dat haar euthanasietraject een nieuwe fase kan ingaan. Ze heeft zich aangemeld bij het expertisecentrum euthanasie en zit nu in een verplichte wachttijd van drie jaar. “Daarna krijg ik gesprekken over de dood en hoe ik dat voor me zie. En er komt een team waarmee ik de euthanasie ga uitvoeren. Dat traject duurt zes maanden.”
“Ik zie geen uitweg om weer gewoon te leven.”
Is er nog een mogelijkheid dat Esther toch kiest voor het leven? Resoluut zegt ze ‘nee’: “Ik zoek alleen maar mogelijkheden om mijn leven lichter te maken. Maar ik zie geen uitweg om weer gewoon te kunnen leven. Daarvoor ligt er te veel op de weegschaal.”
Er is nog een kans dat de psychiaters de euthanasie afkeuren, maar die kans is volgens Esther klein: “Al twee psychiaters hebben nu gezegd dat het voor mij echt niet meer te doen is. Een derde moet nu goedkeuring geven.”
Ziekenhuis
Hoe de euthanasie zal gaan, weet Esther al. Omdat ze haar organen wil doneren, zal het in het ziekenhuis gebeuren: “Ik neem ‘s ochtends thuis afscheid van iedereen. Dan ga ik naar het ziekenhuis, in een bed liggen en krijg ik de medicijnen toegediend.”
Ze zal opluchting en vreugde voelen, zo verwacht ze. En daarna? “Volgens mij is er een hemel, dat hoop ik. En ik geloof dat God liefde is, dus hij zal me mijn zelfdoding vergeven.”
Praten over gedachten aan zelfdoding helpt. Je kunt 24 uur per dag bellen met Stichting 113 Zelfmoordpreventie via 0800 0113 of chatten via 113.nl.