Jikke hockeyde vroeger al in Rijen, totdat ze besloot een overstap te maken naar een andere club. “Ik zocht meer uitdaging, dus maakte ik de overstap naar Push in Breda”, vertelt ze. Toen ze daar eenmaal zat, dacht ze voor het eerst na over het vertrek naar Amerika. “Een teamgenootje had het idee om naar Amerika te gaan. Hierdoor ging ik googelen wie mij hierbij kon helpen, omdat ik dit ook wel zag zitten.”
Omdat het coronavirus in die tijd nog in Nederland heerste, werden er geen toernooien gehouden, waarbij hockeyers gescout konden worden. “Ik heb toen een video op moeten nemen van mijn spel. Het was op dat moment gewoon hopen dat een coach mijn filmpje te zien kreeg en ik op gesprek mocht komen.” Zo gebeurde het uiteindelijk ook.
Wonen in Amerika
De hockeyster zit inmiddels in het tweede jaar van haar opleiding, wat betekent dat ze op de helft is. “Je kan het vergelijken met een hbo-opleiding die, net als in Nederland, vier jaar duurt. Ik heb een studentenvisum voor vier jaar en een plekje in het team voor deze tijd.”
In Nederland heeft ze ook een opleiding afgerond. “Op het mbo studeerde ik Stad en Mens met de specialisatie Lifestyle, op het Helicon in Tilburg. In combinatie met hockey kon dit wel eens veel zijn. Ik moest moest daarom ook veel vrije tijd inleveren. Nu studeer ik Biologie en Psychologie aan de Marian University of Wisconsin.”
School en hockey
Waar in Nederland zo’n beetje alle sporten heel het jaar doorgaan, is er in Amerika een hoog- en laagseizoen. “In het hoogseizoen trainen we iedere dag met één rustdag en spelen we in het weekend twee wedstrijden. Dit duurt van het begin van het schooljaar tot en met de kerstvakantie.”
In het laagseizoen, vanaf de kerstvakantie tot aan de zomer, is het meer zoals we het in Nederland gewend zijn. “We trainen dan drie tot vier dagen in de week met af en toe een toernooi. Dan doe ik qua school de makkelijkere lessen. In het laagseizoen doe ik de lessen die wat pittiger zijn voor mij. Je bouwt je eigen rooster samen met je academic advisor.” Omdat ze in Amerika gewend zijn aan mensen die op dit niveau sporten, wordt school om het sportschema gebouwd.
Cultuurverschillen
De hockeyster heeft gekozen voor een kleinere school. “Maar ondanks dat, is onze school goed in het aantrekken van internationale studenten. Ik weet dat er volgend jaar bij mij in het team ook mensen bij komen uit Duitsland, Spanje, Australië en ook uit Nederland.”
Dat de school en teamgenoten uit zoveel verschillende werelddelen komen, is in het begin soms lastig. Toch heeft het volgens Jikke ook voordelen, vooral bij de heimwee die erbij komt kijken als je zo ver van huis woont. “Doordat wij een team zijn met meiden die ergens anders wonen, zitten we allemaal wel een beetje in hetzelfde schuitje.”
Toch voelt ze zich inmiddels helemaal thuis in Amerika. “Dat komt, omdat ik het hier zo fijn heb. Facetime is mijn beste vriend”, zegt ze lachend. “Gewoon af en toe lekker lang bellen met mijn zus en dan gaat het altijd wel weer goed. Maar mijn voorjaarsvakantie begint bijna. Ik kijk nu al uit naar het moment dat zij in het vliegtuig zitten en deze kant op komen.”
Toekomstplannen
“Ik vind het lastig om te zeggen wat voor beroep ik wil. Maar door in het buitenland te wonen, leer ik veel over mezelf. Ik wil iets met mensen doen, maar ook wel een link zoeken met de natuur. Onderzoek doen binnen de psychologie en de biologie misschien.”
Ook over een toekomst in de hockey heeft Jikke nagedacht. “Als ik hier klaar ben, kan ik een werkvisum aanvragen. Daarna kan ik assistent-coach worden. Als ik na de opleiding terug naar Nederland zou komen, wil ik wel weer proberen om op hoog niveau te komen bij een Nederlandse club.”
Voor mensen die dezelfde droom als de hockeyster hebben, heeft ze ook nog wat tips. “Het vraagt echt wel wat van je en is niet zomaar geregeld. Ik heb met zo’n zes scholen gepraat, totdat ik bij deze school uitkwam. Als je het wilt dan kan je het, maar je moet wel een bepaald sportniveau hebben. Zolang je gewoon heel hard daarvoor traint, kan je echt wel een plek vinden. Het belangrijkste is gewoon dat je in jezelf blijft geloven en dat je er met de volle tweehonderd procent voor gaat.