De discussie over de motie van de LST, genaamd ‘Woningen voor Tilburgers’ was een stevige. Sommige partijen merkten op dat dit een motie was die de LST eerder had ingediend en altijd tot debat leidde. De motie pleitte voor het toewijzen van 30% tot 35% van de woningen aan (geboren en getogen) Tilburgers, een standpunt waar weinig partijen zich achter konden scharen.
Overbodig
Bea Mieris van de PvdA benadrukte dat het huidige woonbeleid van Tilburg al zo’n 77% van de sociale huurwoningen toewijst aan inwoners van Tilburg, een punt dat ook door wethouder Wonen, Yusuf Çelik werd onderstreept. “Als college streven we er altijd naar om al onze inwoners een dak boven het hoofd te bieden. De huidige vorm van de motie vinden we overbodig.”
Desondanks vond Peter van den Hoven dat de raad een krachtig signaal moest afgeven door deze motie aan te nemen. “Het draait om het principe van voorrang. Partijen die het hier niet mee eens zijn, moeten dat maar eens aan de stad uitleggen. Is 30 tot 35% voor de Tilburger te veel gevraagd? Wij blijven opkomen voor Tilburgers die al zeven tot tien jaar op de wachtlijst staan voor sociale huurwoningen en zien dat anderen voorrang krijgen. Die voorrangspositie moet worden herzien.”
“In geouwehoer kun je niet wonen, in motie 14 van de LST ook niet.”
De wethouder confronteerde Van den Hoven met het feit dat slechts een klein deel van de sociale huurwoningen aan statushouders wordt toegewezen. “Afgelopen jaar hebben we via woningcorporaties 1900 woningen verhuurd, waarvan 113 aan statushouders. Daar ben ik trots op. In geouwehoer kun je niet wonen, in motie 14 van de LST ook niet.”
Van den Hoven weigerde om afstand te doen van de motie. “Als ik de wethouder goed begrijp, weigert hij de motie aan te nemen. Hij zegt eigenlijk: ik neem er geen afstand van en ben er zelfs trots op. Dat is voor de LST reden genoeg om nog een motie in te dienen.”
Motie van wantrouwen
Dit resulteerde in een motie van wantrouwen tegen wethouder Yusuf Çelik vanwege zijn ‘prioriteiten en handelingen met betrekking tot huisvesting in Tilburg’, ingediend door de LST tijdens de lunchpauze. De motie onderstreepte verschillende zorgen en frustraties onder inwoners van Tilburg en omliggende dorpen, met name ‘de lange wachttijden van 7 tot 10 jaar voor lokale starters, terwijl statushouders prioriteit blijven houden’.
Alle partijen waren op zijn zachtst gezegd verbaasd over de motie van wantrouwen. “Onverklaarbaar en onverstaanbaar”, vond Niels van Stappershoef van de VVD. “De motie van de LST over woningtoewijzing is simpelweg scoren bij de Tilburgers, maar brengt ons niet verder. Dat geldt ook voor deze motie van wantrouwen.”
De PvdA, de partij van Yusuf Çelik, reageerde eveneens negatief. “Voor de PvdA is dit een pijnlijke motie. Het gaat hier om de wethouder Wonen en wij zien hem als iemand die zich inzet voor alle doelgroepen, zowel binnen als buiten onze stad. Verschillen van mening zijn normaal, maar een motie van wantrouwen is teleurstellend,” aldus Bea Mieris.
Feiten, geen onderbuikgevoelens
De wethouder greep de gelegenheid aan om te reageren. “Wonen is momenteel het urgentste onderwerp. Veel Tilburgers hebben dringend een betaalbare woning nodig en we werken hier elke dag keihard aan. Laten we ons baseren op feiten en niet op onderbuikgevoelens bij het uitvoeren van het woonbeleid. Ik nodig u uit om naar de feiten en cijfers te kijken.”
Volgens Van den Hoven was de verontwaardiging van de raad voor de LST geen verrassing. “Wij hebben een uitgesproken mening en proberen de taal van de Tilburgers door te laten dringen. Het is een schande omdat de wethouder heeft gezegd trots te zijn op de voorrangssituatie van statushouders. Daarin verschillen we enorm van mening over.” De motie van wantrouwen werd door alle partijen, behalve de LST, verworpen.
13 uur lang vergaderen
Donderdag werd er zo’n 13 uur lang vergaderd over tientallen moties voor de perspectiefnota 2025. Ze zijn niet allemaal behandeld. Op 1 juli komen de rest van de moties aan bod.
LEES OOK:
Niet genoeg huizen te koop in Tilburg: ‘Behoefte aan goedkopere woningen’
Zorgen over ‘begrotingsravijn’, maar Tilburg staat er financieel nog goed voor