Het heeft een tijdje geduurd voordat de mural er stond. “Het is een project waar wel een stukje geschiedenis aan vast zit. Ik ben ongeveer een jaartje geleden benaderd door de broers Faysal en Yassin Settout. Ze zitten allebei in het jeugdwerk en hadden het idee om een project met community-art in Tilburg Noord te starten. Dat idee heeft een tijdje in de pijpleiding gezeten, tot ik een half jaar geleden ben benaderd door Faysal dat we groen licht hadden”, vertelt Jan-Henk van Ieperen. Hij heeft het project begeleid en heeft de brainstormsessies georganiseerd.
Postcodes
In de mural in Tilburg Noord zijn een aantal dingen verwerkt die belangrijk waren voor kinderen in de wijk. Een ding dat steeds terugkwam: de postcodes. Op het kunstwerk zijn twee postcodes te vinden: 5011 en 5049. De King of Color kunstenaar vertelt hoe belangrijk die postcodes waren.
“Dat moest écht in de muurschildering terugkomen. Het grappige was ook dat ik op een gegeven moment bezig was met postcode 5011. Toen kwamen er drie kereltjes naar mij toe die zeiden: ‘ja en wij dan, waar is postcode 5049?’ Toen moest ik lachen en zei ik jongens maak je niet druk, die komt nog aan de andere kant van de muur. Het is echt een ding in die wijk en de jongeren voelen zich helemaal verbonden met de postcode, op een leuke, positieve manier. Soms is het nog wel eens dat je dan wijk tegen wijk krijgt, maar hier merk je dat er een stukje kameraadschap en verbroedering ontstaat.”
Symbolen
Maar de postcodes zijn niet het enige belangrijke in het kunstwerk. “De culturen moesten niet zozeer in personen neergezet worden, maar meer in symboliek vertaald worden. Vandaar ook de Marokkaanse mozaïek en de windmolen op een T-shirt van een meisje met een hoofddoek. Ook is er bewust voor gekozen om de mensen in het centrale gedeelte van het ontwerp schouder aan schouder neer te zetten: samen sta je sterk en niemand wordt uitgesloten.”
Verder hadden de groepen met vooral jongens tijdens de brainstormsessies ook nog een eis: er moet echt voetbal in voorkomen. “Sowieso was het stukje sport heel belangrijk. De jongeren wilde dit, omdat sport toch staat voor een stukje verbinding en verbroedering in de wijk.”
Het ontwerp
Al deze ‘eisen’ werden uiteindelijk voorgeschoteld aan de ontwerper van het kunstwerk: Paul Watty. Hij heeft al meerdere graffiti kunstwerken in Tilburg op zijn naam staan, zoals de struisvogel in een van de zijstraten van de Willem II-straat.
“Het kunstwerk staat op straatniveau, het is niet ergens hoog op een gebouw ofzo. Bij dit project sta je veel meer in contact met de mensen. Je hebt naast het kunstwerk ook een soort tribune, waardoor de jongeren op gelijke hoogte van het kunstwerk konden kijken. Ze waren daar vooral lekker bezig met voetballen en zo, maar er kwamen wel jongeren voorbij van ‘hé ziet er vet uit meneer’. Dat vond ik helemaal gezellig. Het is ook een heel levendig park daar. Ik had ook niet verwacht dat mensen daar echt heel hecht zijn met elkaar. Dat vond ik mooi om te zien.”
Vuilspuiter of kunstenaar
Het project is de twee kunstenaars niet in de koude kleren gaan zitten, vertelt Van Ieperen. “Het hele project gaat op een bepaalde manier helemaal onder je huid zitten, op een positieve manier. Ik krijg er echt enorm veel energie van.” Op de vraag hoe hij het project heeft ervaren, geeft hij dan ook gelijk volmondig antwoord. “Fantastisch en terwijl ik dat zeg gaat het kippenvel op mijn armen staan. Het hele verhaal is als een puzzel die samenkomt. De manier waarop het voortraject is gegaan, het contact met het jongerenwerk, het contact met de jongeren zelf. Alles klopt aan dit verhaal.”
Dit zijn dan ook de projecten waar Van Ieperen zich mee wil bezighouden, in plaats van het ‘vuilspuiten’ dat hij vroeger deed. “Graffiti gaat eigenlijk over je naam ergens achterlaten. Het liefst zoveel mogelijk, net als een hond overal tegenaan pissen. Het is nu mijn doel om bruggen te bouwen tussen verschillende gemeenschappen. De spuitbus is inmiddels onze spreekbuis geworden. Het gaat mij niet meer om mijn eigen naam maar om het grotere geheel. Vroeger was ik een vuilspuiter, nu ben ik een kunstenaar.”