Ik hoorde mijn passen
In de stilte van vallend herfstblad
Een lantaarn strooit in halfduister
Zijn licht in schemergeel
De laatste bloempjes drogen
Draaiend als molentjes aan hun steel
En ik vang vanavond een langzaam
Dwarrelend mistig nat
Binnen hangen klanken van tandjes
Die proeven in groeven van oud vinyl
Licht kruipt vaag door de sleetse
Kleuren van glas-in-lood
De wind zucht krakende takken zacht
Waait het groen naar gelig rood
En ik ontdek een tikje herfst in jouw lach
Toen een kiertje licht jou ontviel.
Ad Nouwens – Schrijversatelier