Ik ging over dwalend pad naar heden
Langs een muur van oude dagen
Liep er op terug in het verleden
Vergane tijd kon mij niet schragen
Ik verzoop wormen aan dunne lijnen
Offerde ze voor poëtische angst
Alleen om mijn taal te verfijnen
Geduld duurde hier het langst
Talloze akkers trok ik in voor
Zaaide letters in trage melodie
Oogstte de kiemen uit ontsproten spoor
En vlocht mijn vel tot schrijvend symfonie
Waar in diep, stenen stromen bogen
Stenen van voorbije gezonden
Of stenen die nog onbewogen
Verstomden in diepe gronden
Ik zocht woorden die mij bekoorden
Die mij van mijn korf deden verlossen
Slechts om het bevrijden te verwoorden
Van gevoel dat mij deed ontbossen.
Ad Nouwens – Schrijversatelier