Verborgen geschiedenis van Tilburg: Hoe het koloniaal verleden nog altijd doorklinkt

Het slavernijmonument in Tilburg Keti Koti
Het slavernijmonument (foto: Edita Saakian).

Wist jij dat een voetbalteam uit Curaçao in de kleuren van Willem II speelt? Of dat kinderen uit voormalige koloniën in de jaren ‘50 met een Tilburgse tongval zongen? Net als veel andere Nederlandse steden heeft Tilburg een koloniaal verleden. Onderzoeker Rosemarijn Hoefte dook in het koloniaal verleden van Tilburg en schreef er een boek over.

Tilburg maakte geen deel uit van de Republiek en heeft daarom een andere soort geschiedenis dan steden zoals Amsterdam of Den Haag, vertelt Hoefte. Ze is onderzoeker aan het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) in Leiden en voerde in opdracht van de gemeente Tilburg een onderzoek uit naar het koloniale verleden van de stad.

Een belangrijk aspect van Tilburgs koloniale verleden ligt in de textielindustrie. “De textielindustrie in Tilburg is nauw verbonden met de koloniën”, vertelt Hoefte. Daarmee worden landen bedoeld zoals Indonesië, Curaçao en Suriname. “Grondstoffen, met name kleurstoffen zoals indigo voor spijkerstof, werden uit de koloniën gehaald en hier verwerkt. Tilburgse stoffen werden vervolgens weer naar de koloniën geëxporteerd. Het was geen eenrichtingsverkeer, maar een voortdurende uitwisseling.”

Stad van kloosters en congregaties

Tilburg onderscheidt zich ook door haar religieuze geschiedenis. Het was een stad van kloosters en congregaties en aan het eind van de 19e eeuw kwamen de meeste Nederlandse missionarissen uit Tilburg. “Deze missionarissen en zusters gingen naar de koloniën om de lokale bevolking te bekeren en beschaven. Ze brachten niet alleen religie, maar ook de Nederlandse taal en cultuur. Ze leerden de kinderen Nederlandse liedjes en gaven onderwijs volgens het Nederlandse curriculum. Dit had een enorme impact op de koloniale samenleving.”

De verhalen van missionarissen die terugkwamen naar Tilburg speelden ook een belangrijke rol in hoe de stad het koloniaal verleden ervaarde. “Missionarissen brachten hun verhalen mee terug of schreven brieven en stukjes in de krant. Dit bepaalde het beeld dat de Tilburgers van de koloniën hadden”, zegt Hoefte. Het laat zien dat de geschiedenis van Tilburg niet losstaat van de koloniale geschiedenis. Het heeft de stad mede gevormd. “Dat is de verwevenheid die je steeds ziet, ook in het heden.”

The Tricolor

Fraters richten in de koloniën verschillende verenigingen op, om zo de Nederlandse normen en waarden over te brengen. De Curaçaose voetbalclub CRKSV Jong Holland, opgericht in 1919, is een opmerkelijk voorbeeld van deze koloniale erfenis. De club speelt nog steeds in de kleuren van Willem II en heeft als bijnaam ‘The Tricolor’.

Hoefte beschrijft in haar boek ook het verhaal van Frater Wilbertus Rietman, die in de jaren ’50 naar Curaçao vertrok. Bij aankomst hoorde hij de kinderen zingen met een Tilburgs accent. “Het zijn zulke verhalen die laten zien hoe diep de invloed van het koloniale verleden reikt.”

Koloniale verleden in het heden

Het koloniaal verleden is nog steeds zichtbaar in Tilburg. “Dit zie je niet alleen terug in de namen van straten (Insulindestraat en Bleshof) en standbeelden (Peerke Donders), maar vooral in de mensen met koloniale wortels die in Tilburg wonen”, vertelt Hoefte. “Hun verhalen en geschiedenissen zijn onderdeel van de stad en laten zien dat de geschiedenis van Tilburg vele lagen heeft.”

LEES OOK:
Duidelijk spoor van koloniaal verleden in de Bleshof, maar nu ligt het er vervallen bij

Angela Weisz