Op haar eenzame wandeling
Heb ik haar vaak vergezeld
En heeft zij in herinnering
Van haar album verteld
Ze is dan weer dat blije kind
Die in haar oude lichaam springt
Een lint die haar lokken bindt
Niets in haar venster wringt
Hollend achter een versje aan
Zingend in lieflijke koren
In velden van bloeiend staan
Daar ben ik haar verloren
Nu jij mij nooit meer aanraakt
Noch jouw schaduw op mijn huid
Nu jij jezelf kwijtraakt
Spreek ik van jou honderduit
Nu jouw spiegel is gebroken
En jij je niet meer kunt binden
Kan ik zien hoeveel wij stroken
Als ik jouw scherf in mij kan vinden.
Ad Nouwens – Schrijversatelier