Mason, nu 68 jaar oud, voelt dat het tijd is om meer tijd door te brengen met zijn familie. Hij reflecteert: “Als trainer wordt al je tijd opgeslokt door het ijshockey. Wanneer je een dagje ouder wordt, denk je soms wel: ik wil naar mijn (klein)kinderen toe of een dag dit of dat doen. Wandelen, fitness of lekker met mijn vrouw Mia op reis.”
IJshockey is altijd een groot deel van het leven van Mason geweest. “Het is natuurlijk een moeilijke beslissing, want het is iets wat ik 37 jaar gedaan heb. Maar iedereen gaat uiteindelijk met pensioen, dat geldt ook voor mij. Stoppen is iets wat je niet zomaar doet en ik moet er aan wennen dat ik nu meer vrije tijd hebt. Maar ik weet zeker dat ik daar van ga genieten.”
Van speler tot (bonds)coach
De Canadese Mason arriveerde in 1979 in Tilburg voor ijshockey. De band met Tilburg Trappers zit diep: hij speelde zelf negen seizoenen lang als right winger, voordat hij zijn carrière als coach begon. Zijn eerste periode als coach bij Trappers was van 1993 tot 1997.
Na verschillende clubs in Europa te hebben gehad, keerde Mason in 2022 terug naar Tilburg. Daar zorgde hij er onder andere voor dat Tilburg Trappers tweede werd in de Oberliga Nord én dat het team voor het eerst sinds 2019 de halve finale van de play-offs weer wist te bereiken.
Hoewel hij stopt als coach bij Trappers, blijft Mason betrokken als bondscoach van het Nederlandse team. Hij laat dan ook weten dat coachen het mooiste beroep is dat er bestaat. “Ik zal af en toe nog bij de Trappers zitten, omdat hier ook jongens spelen, die in het Nederlands elftal zitten.”
Nieuwe trainer
Nu Mason vertrekt, moet Tilburg Trappers op zoek naar een nieuwe trainer. Wie dat gaat zijn, is nog niet bekend. Er wordt momenteel een functieprofiel opgesteld voor potentiële kandidaten en in de komende tijd zullen er belangrijke gesprekken plaatsvinden om de juiste persoon voor de rol te vinden. De club zal zich moeten voorbereiden op een tijdperk onder leiding van een nieuwe trainer.
LEES OOK:
Trappers uitgeschakeld in halve finale: ‘De vloek van het middenstuk zat ons achterna’