Zes jaar was Jeroen Meijers, toen begon hij met wielrennen. Zijn vader fietste vroeger bij de amateurs, en toen zijn twee jaar oudere broer Daan begon met wielrennen ging Jeroen altijd mee. Zo is hij in aanraking gekomen met het wielrennen. Nu is hij 25 jaar en beoefent hij de sport op een hoog niveau. Sinds 2017 komt hij uit voor de ploeg van Roompot – Nederlandse Loterij, en daar merkt hij wel verschil ten opzichte van zijn oude ploeg Rabobank. “Nu rijd je alleen nog maar wedstrijden op profniveau, dan merk je dat het niveau een stuk hoger ligt dan bij de beloften.”
Om dat te bereiken moet hij natuurlijk erg veel trainen. Gemiddeld traint Jeroen nu ongeveer 20 uur in de week. Dat kan wel verschillen per week, de ene week iets meer en de andere week iets minder. Ook heeft hij nog wel wat tijd voor andere dingen. “Ik kijk vaak series, ook omdat je vaak moe bent na het trainen en dan moet rusten. Daarnaast ga ik in de winter graag met mijn vriendin mee naar haar wedstrijden in het veldrijden” zegt Jeroen. Zijn sterke punten zijn voornamelijk de kortere heuvels zoals in de Ardennen of Limburg. Wat hij nog wil verbeteren is het algemeen sterk worden, zodat hij meer energie over heeft in de finales van wedstrijden. Zijn specialiteit als wielrenner zijn de korte explosieve heuvels.
Er zijn verschillende wedstrijden waarin Jeroen nog goede resultaten denkt te gaan halen, in wedstrijden zoals de Volta Limburg Classic, Brabantse Pijl en de Amstel Gold Race is wel resultaat te boeken. Waar hij zelf al echt trots op is, is het bereiken van de beroepsrenners. Hij zegt zelf: “Het is maar voor weinig renners weggelegd om professional te worden. Na vele jaren hard werken is dat toch wel een groot resultaat.” Verder is hij trots op zijn resultaten op de Eurode Omloop, hier heeft hij drie jaar achter elkaar op het podium gestaan. Hij werd één keer tweede en twee keer eerste.
Het leuke aan wielrenner zijn vindt Jeroen de vrijheid die je ermee hebt. Hij vertelt: “Ik ben bijvoorbeeld aan het trainen in Mallorca. Hoeveel mensen kunnen zeggen dat ze voor hun werk in Mallorca moeten zijn en daar ook nog fietsend kunnen genieten van de natuur?” Bovendien is hij een ‘buitenmens’, dus dat maakt het voor hem nog extra fijn. “Het minder leuke is vaak toch wel het afzien, als je volledig leeg bent maar toch nog door moet gaan.” Maar hij zegt ook dat hij zich na al die inspanning toch wel weer fijn voelt, achteraf is het dus meer leuk dan niet leuk.
Als wielrenner komt Jeroen natuurlijk op veel plekken in het buitenland en in veel mooie gebieden. Buiten het sporten maakt dat de sport voor hem ook een stuk mooier. Hij zegt: “Ik ben twee keer lang in Australië geweest, hierdoor kun je nog meer genieten van de omgeving en de cultuur. Vooral tijdens trainingen geniet je, tijdens wedstrijden is dat wel wat minder.” Eén van de mooiste ritten die hij heeft gedaan is de Tour des Fjords. “Ik vind de natuur in Noorwegen, en dan vooral de Fjorden, echt schitterend. Ook heb ik daar nog familie wonen wat het nog wat specialer maakt”, zegt hij.
Om op dit hoge niveau uit te komen heeft hij natuurlijk goed materiaal nodig. De zwaarste versnelling waarmee hij fietst is een 53 buitenblad en 11 achter. De lichtste is een 39 voor en 29 achter. Het enige waarmee hij wisselt zijn hoge of lage velgen van FFWD (Fast Forward Wheels). En de versnellingen achter, een 27 of 29 als kleinste versnelling. Ook worden trainingen aangepast. “We passen continu trainingen aan op wedstrijden waar je op focust. Hoe dichterbij die wedstrijd komt, hoe specifieker we daarop gaan trainen.”
Phillipe Gilbert was voor Jeroen wel een voorbeeld, “Hoe hij over de heuvels reed was altijd fenomenaal.” De Amstel Gold Race is zijn lievelingskoers. Hij zou het geweldig vinden om deze koers ook een keer te winnen. Waar hij op dit moment erg naar uitkijkt is de maand april. “Daarin hebben we mooie heuvelwedstrijden zoals de Brabantse Pijl en de Amstel Gold Race.” Hij is zich nu aan het voorbereiden op deze wedstrijden. Zijn trainer is ook erg belangrijk bij het trainen en voorbereiden op wedstrijden, zegt hij. Voor zijn trainer heeft hij goede woorden over: “Hij is onmisbaar voor mij als sporter, we werken samen naar doelen toe en ik vertrouw hem blindelings in de manieren van trainen.”
Naast de geweldige ervaringen en mooie koersen heeft iedere wielrenner ook weleens negatieve ervaringen. “Een valpartij met flinke schaafwonden of breuken is erg vervelend. Een van de ergste dingen die je kan hebben, is los uit het wiel te worden gereden (dat je achter raakt op het peloton), terwijl het peloton niet eens hard fietst.” De mooie dingen die Jeroen meemaakt zijn toch wel de overwinningen waar hij zo hard voor werkt. Hij is lang bezig met de voorbereiding, en als het dan goed uitpakt is dat mooi.
Voor de toekomst heeft Jeroen nog wel een aantal doelen. “Komend jaar is mijn doel om in ieder geval één wedstrijd te winnen. Daarnaast progressie blijven boeken in wedstrijden, zodat ik een steeds vastere waarde kan worden in finales van wedstrijden.” Zelf verwacht hij nog een aantal jaren als profwielrenner te fietsen en ooit de finales te rijden van de heuvelklassiekers. “Over 5 jaar zie ik mezelf bij een World Tour ploeg als goede helper of finalerijder.” En als ultiem doel de Amstel Gold Race te winnen. Dus nog vol ambities!