Let op! De klok gaat weer vooruit

De klok moet weer een uurtje vooruit gezet worden: zondagnacht 30 maart om 2.00 uur gaat de zomertijd in. We kunnen dus net wat minder slapen, uitgaan of als je geluk hebt: werken.

De zomertijd en wintertijd zijn afspraken van de Europese Unie. Deze zijn in Nederland in 1977 ingevoerd. De achterliggende gedachte: energie besparen in tijden van oliecrisis en verenigen met buurlanden die dit ook doen.

‘Elk uurtje scheelt al’

Toch vinden verschillende Tilburgers het beter als we de wintertijd aanhouden en dus niet meer met de klok gaan schuiven. Door bijvoorbeeld slaapproblemen zit niet iedereen er op te wachten. “We hebben allemaal een interne klok. Die wordt beïnvloedt door licht en donker”, legt slaapoefentherapeut Jolande Mangelsdorf uit. “Als de klok ineens een uur verzet wordt, wordt dat verstoord. Elk uurtje daarin scheelt al.”

Vooral mensen met slaapproblemen en personen die zich aan hechten aan een vast ritme, hebben vaak last van het verzetten van de klok, volgens Mangelsdorf. Zeker voor avondmensen kan de ingang van de zomertijd vervelend zijn. “Die zijn gewend wat later op te staan en zijn ’s avonds vaak nog niet moe genoeg”, stelt de slaapoefentherapeut.

Moeite met uit bed komen en concentratieproblemen

Andere klachten die mensen kunnen ervaren in de eerste weken nadat de klok is verzet zijn: moeite met uit bed komen en opstarten, maar ook concentratieproblemen en minder productief zijn. “Het kan helpen om in de dagen ervoor al steeds een kwartiertje eerder naar bed te gaan”, vertelt Mangelsdorf. “Zorg er ook voor dat je gedurende de dag genoeg blootstelling hebt aan licht en ‘s avonds wat ontspannend doen. Dan word je wat eerder slaperig.”

De slaapoefentherapeut weet dat er veel discussie is over het houden of afschaffen van de zomertijd. “Ik ben wat meer voorstander van het aanhouden van één tijd. Voor het lijf is het fijner om niet steeds te schakelen,” stelt ze.  “Maar je hebt ook te maken met het minder gebruik van kunstlicht met de zomertijd. Dat is dan weer de andere kant van het verhaal, de energiebesparing.”

Manoek Lambregts