Het fijne van het Europees Keramisch Werkcentrum is dat kunstenaars en designers er drie maanden lang ongestoord in hun eigen studio kunnen werken met klei. Maar een paar keer per jaar gaan alle deuren open voor het publiek, zoals afgelopen zondag. Een impressie van Test Case XX.
Tekst en fotografie van Nanne op ’t Ende
Geconcentreerd werken, zonder partner of kinderen die aandacht vragen, zonder dagelijkse beslommeringen, maar wel met alle technische mogelijkheden en de beste begeleiding – wat wil je als kunstenaar of ontwerper nog meer? Nou, al dat werk op interessante plekken tentoonstellen, en vooral verkopen! (Duh…)
Test Case
In het EKWC zijn er in elk geval een paar momenten in het jaar dat de resultaten van de werkperiodes gepresenteerd worden. Tijdens de Test Case kun je de studio’s binnenlopen en de kunstenaars van alles vragen. Misschien geen overbodige luxe, want dit is keramiek zoals je zelden ziet.
Neem bijvoorbeeld de beelden van Caroline Ruijgrok, die er op het eerste gezicht (en sorry dat ik het zo zeg) een beetje lullig uitzien – hoewel het wel weer hilarisch wordt met die flippers eronder.
En er gebeurt veel meer in haar beelden. Deze twee blobs kun je ook zien als een tedere of beschermende omhelzing (Rodin, de Kus, iemand?) met de suggestie van beweging onder het oppervlak, alsof het levende wezens zijn…
Bovendien doet Caroline soms wel heel bijzondere dingen met het glazuur, zoals hier, waar het lijkt of het beeld losjes gehuld is in een delicaat opengewerkte stof. Oppervlakte, huid, omhulling – en waarvan dan?
Rijst afmeten
Met een serie potten van verschillende grootte maakt Isabel Ferrand inzichtelijk welke plaats rijst inneemt in het dieet van mensen in verschillende landen. De inhoud van elk vat staat precies gelijk aan de hoeveelheid rijst die een persoon per jaar consumeert. De grootste pot is voor Bangladesh, waar ze gemiddeld 172,62 kilo eten – wat waarschijnlijk meer zegt over de eenzijdigheid van hun voeding dan over een voorliefde voor rijst.
De vormen verwijzen naar typisch lokale vaten, zoals de Kichwa mocahua kom uit Equador of een Romeinse schaal uit Italië. Isabel versterkt de plaatselijke identiteit nog door de klei te vermengen met lokale rijstvariaties die wegbranden tijdens het stoken en zo hun eigen, poëtische patronen achterlaten.
Diversiteit in klei
Behalve beeldend kunstenaars werken er ook regelmatig ontwerpers, architecten, musici, filmers en andere creatieve makers in het EKWC. Ze komen van over de hele wereld naar Oisterwijk, waardoor je met een rondgang langs de studio’s een enorme variatie ziet aan technieken, culturele invloeden en persoonlijke visies.
Zo zijn de borden in de vorm van liggende naakten geïnspireerd door Nyotaimori, het (toch wat rare) Japanse gebruik om voedsel op te dienen op het lichaam van een liggende naakte vrouw. Aan de andere kant: hoe normaal is het eigenlijk om hele museumzalen vol te hebben hangen met schilderijen van naakte vrouwen? Yen Ting Chun is overigens Taiwanees.
Ana Bravo-Pérez heeft haar oude analoge filmcamera gescand en omgezet in een digitaal bestand, dat uitgeprint is in keramiek – een reis door verschillende technieken, werkelijkheden en snelheden (met die prachtige imperfectie waar de lens op de camera is geschroefd en de 3D-printer het ook even niet meer weet).
Corien Ridderikhoff is echt een oudgediende, zij was in 1982 al in het Keramisch Werkcentrum in Heusden, voorloper van het EKWC. Ze had ook in 2004 een werkperiode en kwam dit jaar nog eens terug om een technisch probleem op te lossen (wat zo te zien goed gelukt is).
Werk in uitvoering
Het is druk in de studio van Ulrike Rehm, die een soort carrousel maakt met keramische paarden – elk met een eigen, heel menselijk thema. Er is onder andere een luxepaard dat de tekst meekrijgt ‘stop complaining’; een paard met de steek van Napoleon op het hoofd; en ook een paard dat ondersteboven hangt met een gieter zonder tuit op zijn buik – de vergankelijkheid.
Ulrike heeft nog een paar weken om alles af te maken en de paarden te glazuren, en ook dit is keramiek zoals je het zelden ziet: volop in ontwikkeling.
Hoewel ook Alphons ter Avest nog druk bezig is, zouden deze beelden zo maar eens klaar kunnen zijn om gestookt te worden; de ogenschijnlijk ruwe afwerking geeft zijn werk een spontane en tegelijkertijd strenge, krachtige uitstraling: stevige gebaren, die bij nader inzien heel precies zijn.
De volgende stap in het proces: het werk van Yu-Ting Yen staat nog in de oven, maar is al gestookt. De vloeiende lijn van haar beelden is vast niet toevallig: ze schildert normaal met inkt.
Cadeau voor de koning
In de studio van Lambert Mousseka wemelt het van de veelkleurige hagedissen. Het zijn er nu 142, het is de bedoeling er 200 te maken als cadeau voor Koning Albert II van België, die in 2010 de Democratische Republiek Congo bezocht ter ere van vijftig jaar onafhankelijkheid van de voormalige Belgische kolonie. Tijdens dit omstreden staatsbezoek nam de koning een geschenk in ontvangst van Congolese schoolkinderen. Albert had alleen geen oog voor de kinderen: hij zag een hagedis die hij wilde fotograferen. Lambert, die uit de DRC afkomstig is en in Duitsland woont, zou zijn werk met liefde weggeven aan de oude vorst, die aftrad in 2013 ten gunste van zijn zoon Filip.
Lambert verliet de DRC om kunst te studeren in Duitsland. In zijn beelden combineert hij Afrikaanse en westerse invloeden tot een gevoelig, sensueel en intelligent geheel. Hij zou zijn beelden graag een keer ‘thuis’ willen laten zien, iets terug naar Congo brengen in plaats van dingen mee te nemen – maar of zijn familie en vrienden hem zullen begrijpen?
Winkel
De hagedissen zijn trouwens voor een opvallend zacht prijsje te koop in de nieuw geopende winkel van het EKWC, met kleinere beelden van kunstenaars en ontwerpers die hier gewerkt hebben. (Nee, ik krijg geen provisie – hier gaat sowieso niemand rijk van worden…)
Ook in de winkel een containerschip van Tilmann Meyer-Faje. Ik hou van zijn werk, ik vertel het er maar eerlijk bij – liefst zou ik een van zijn grote schepen willen hebben maar met een container, symbool van globalisatie, industriële productie en massaconsumptie, ben ik ook gelukkig. En daar heb ik thuis tenminste plaats voor…
De Test Case is gratis toegankelijk. Hou de website van het centrum in de gaten voor de volgende editie.
Meer over het EKWC bij Omroep Tilburg.